Is je auto klaar voor de winter?

Je moet wel even opletten bij deze werkzaamheden die je auto voorbereiden op de winter. Sommige klussen kun je redelijk eenvoudig zelf doen. Andere moet je écht aan een deskundige overlaten. We hebben dat bij de onderdelen aangegeven.

Ruitensproeier en ruitenwissers

Vervang de zomer-ruitensproeier tijdig door eentje met vorstbescherming.

Een goede winterreiniger in de ruitensproeiervloeistof en nieuwe ruitenwisserbladen zorgen ervoor dat je goed zicht behoudt.

Daarom moet je wisselen: alcohol voorkomt bij koud weer dat de ruitensproeiervloeistof bevriest. Als er te weinig vorstbescherming in het water zit, vriezen met name de sproeikoppen snel dicht. Voor de ruitenwisserbladen geldt dat ze in de loop van de jaren poreus worden.

Hierop moet je letten: meng de zomer- en winterreiniger niet, dat kan voor vlokvorming zorgen wat er weer toe leidt dat de sproeikoppen dicht gaan zitten. Geconcentreerde vloeistoffen zijn goedkoper dan kant-en-klare vloeistoffen, maar je moet ze nooit ongemengd toevoegen.

Nog een belangrijke tip: gebruik de ruitenwisserbladen niet als ijskrabbers. Voorkom dat de gevoelige rubberen bladen vastvriezen met een scherm, een stuk karton of door bijvoorbeeld een kurk onder de stangen van de ruitenwissers te plaatsen. 

• 15 minuten | Geschikt voor beginners

Interieurfilter

Het is bijna niet voor te stellen, maar het filter in de test-Suzuki zag er werkelijk zo smerig uit. Vervanging was hard nodig.

Het ventilatiesysteem trekt de buitenlucht door het interieurfilter het interieur in en zorgt zo voor de nodige verfrissing van de lucht.

Daarom moet je wisselen: het filter gaat in de loop van de tijd verstopt zitten, de zuurstofvervanging wordt verstoord. Het gevolg: de automobilist raakt sneller vermoeid, de ramen beslaan aan de binnenzijde.

Hierop moet je letten: koop altijd een filter met actieve koolstof. De koolstof voorkomt dat stof het interieur binnendringt en schadelijke stoffen zoals stikstofoxide belanden niet in de auto.

• 20 minuten | Geschikt voor doe-het-zelvers

Bougies

De bougies zitten vaak onder een afdekking. Draai de bougies voorzichtig en niet te vast aan.

Bougies zorgen er bij benzinemotoren voor dat het brandstofmengsel in de cilinders op een explosie-achtige manier tot ontbranding wordt gebracht.

Daarom moet je wisselen: de thermische belastingen zijn hoog, de elektroden verslijten in de loop van de tijd.

Hierop moet je letten: gebruik bougies die geschikt zijn voor de betreffende auto. Let erop dat de bougies schoon zijn, er mag geen vuil in de verbrandingskamer belanden. Draai de bougies eerst met de hand vast, kijk goed of je ze er niet scheef in draait. Draai ze vervolgens goed vast met een draaimomentsleutel.

• 60 minuten | Geschikt voor sleutelaars

Remmen

De remschijven en -blokken moet in goede staat verkeren en gelijkmatig van vorm zijn.

De remmen van een auto moet altijd in topconditie verkeren, maar dat is helemaal belangrijk als je met je auto winterse bergpassen gaat bedwingen tijdens de wintersportvakantie. Op steile bergwegen slijten de remschijven namelijk een stuk sneller. Met betrekking tot de remvloeistof geldt dat deze niet te oud mag zijn.

Daarom moet je wisselen: remvloeistof is hygroscopisch, wat wil zeggen dat het goedje water aantrekt. Dat is een slechte zaak, want water kookt al bij 100 graden Celsius en op grote hoogte nog eerder. Als het kookpunt van remvloeistof onder de 155 graden Celsius komt, moet hij dringend worden vervangen. Het is echter beter dat te doen als de temperatuur onder de 180 graden Celsius komt. Voor de remblokken en –schijven geldt: als ze al aan het begin van de vakantierit zo goed als op zijn, dan heb je in de bergen een probleem.

Hierop moet je letten: je moet remvloeistof niet simpelweg bijvullen. Als er een deel weg is gelekt, moet je de oorzaak daarvan achterhalen. Dat kan aan sterk versleten schijven liggen, of wellicht is er een lekkage in het systeem. Belangrijk bij het bijvullen: vermeng nooit DOT 4 en DOT 5, de samenstelling van beide middelen verschilt en kan tot schade leiden. Om het kookpunt te bepalen, beschikt de garage over een testapparaat voor remvloeistof. Laat de remschijven en –blokken tijdig vervangen. En graag aan beide kanten van een as. Bij de apk-keuring betaalt zich een dergelijke aanpak uit.

• 180 minuten | Voor professionals 

Koelvloeistof

Controleer de vorstbescherming. Afhankelijk van de fabrikant moet de temperatuur tussen de -25 en de -30 graden Celsius liggen.

De koelvloeistof moet voorkomen dat de motor bevriest. Hij dient onder andere ook als corrossiebescherming in de watercirculatie, hij vermindert schuimwerking en cavitatie (het ontstaan van dampbelletjes) bij de waterpomp.

Daarom moet je wisselen: koelvloeistof veroudert, de additieven worden minder effectief en verliezen hun positieve en beschermende eigenschappen.

Hierop moet je letten: open nooit het koelwaterdeksel als de motor warm is! De koelwatercirculatie werkt onder druk, het middel zelf kan meer dan 100 graden Celsius warm zijn. Het koelmiddel is op de motor afgestemd, als je het verkeerde middel toevoegt kan er schade aan de motor of de waterpomp ontstaan. Als er vloeistof ontbreekt, kun je dat in geval van nood ook met drinkwater vullen, waarbij je er wel op moet letten dat het vriespunt niet te ver daalt – vul antivriesmiddelconcentraat bij! Als je het niveau meet in het expansievat, krijg je verkeerde waarden. Let op: er zijn silicahoudende en silicavrije antivriesmiddelen. Deze mogen niet worden vermengd, want dan kunnen de antiroest-eigenschappen verloren gaan.

• 90 minuten | Geschikt voor doe-het-zelvers

Accu

De meting van de accuspanning is toereikend voor een eerste indruk. De werkplaatstest (rechts) is een stuk nauwkeuriger.

De auto-accu levert bij een verbrandingsmotor de stroom die nodig is om de motor te starten. De startmotor onttrekt daarbij met gemak 150 ampère aan de accu.

Daarom moet je wisselen: bij lage temperaturen loopt de motor niet mooi rond en hij slaat minder snel aan – de accu moet enorm veel vermogen leveren. Het probleem: de kou vermindert tegelijkertijd de accucapaciteit. Dat is de reden dat de accu vaak de geest geeft in de winter.

Hierop moet je letten: wie in de winter veel korte stukken rijdt, moet zijn accu af en toe even de tijd geven om op adem te komen. Dit kun je doen door hem bij te laden of een wat langere rit te rijden, waarbij de dynamo de accu bijlaadt. Het helpt ook om zo veel mogelijk stroomverbruikers uit te laten: de stoelverwarming en de radio bijvoorbeeld. Laat ook de achterruitverwarming niet langer aanstaan dan nodig is. Hierdoor blijft er meer stroom over om de accu bij te laden. Een eerste beeld over de staat van de accu krijg je door een meting met een voltmeter. Als de accu een spanning van 12,8 volt heeft, is hij volledig opgeladen. 12,4 volt is ook oké, bij 12,2 volt is het tijd om eens een langere rit te rijden. Als de waarde onder de 12 volt komt, moet de accu snel worden bijgeladen. En als de accu een spanning heeft van minder dan 10,7 volt, dan is hij vaak niet meer te redden. Let op: de spanningsmeting geeft alleen uitsluitsel over de laadstatus. Wie wil weten hoe het echt met de accu is gesteld, moet daarvoor naar de garage. Een professional kan de accu-toestand beter beoordelen.

• 20 minuten | Geschikt voor hobbyisten

Banden

Het is belangrijk dat de bandenspanning op orde is. Dat zorgt voor minder slijtage en meer veiligheid.

Daarom moet je wisselen: als de omstandigheden op de weg echt bar en boos worden, begin je niets met zomerbanden. Die kunnen totaal niet uit de voeten met sneeuw en ijs, de remwegen zijn veel te lang en de grip is te matig.

Hierop moet je letten: winterbanden hebben een sneeuwvloksymbool op de flank van de band zitten. Ook kleine lamellen in de profielblokken maken duidelijk dat je met een sneeuwspecialist van doen hebt. Weliswaar geldt ook voor winterbanden een minimale profieldiepte van 1,6 millimeter, maar dat is te weinig. Bij vier millimeter is het zaak om nieuwe winterbanden te monteren, als je elk risico wilt uitsluiten. Alleen zo kan een winterband zijn positieve eigenschappen benutten.

• 30 minuten | Geschikt voor beginners

Motorolie en filter

Het is zaak om het oliepeil regelmatig te checken, het niveau moet altijd in het bovenste gedeelte van het meetgedeelte liggen.

De motorolie moet veel taken verrichten: de motor smeren, de lagers koelen en ervoor zorgen dat vreemde stoffen blijven zweven en worden afgevoerd naar het filter.

Daarom moet je wisselen: tijdens het rijden komen er vreemde stoffen in de olie, zoals brandstof, roet en afgesleten stukjes metaal. Ook de additieven worden in de loop der jaren minder effectief: de olie verliest langzaam zijn positieve eigenschappen.

Hierop moet je letten: de motorolie moet voldoen aan de minimale eisen van de autofabrikant. Bij een diesel met partikelfilter moet bijvoorbeeld een zogenaamde low ash-olie worden bijgevuld, die ervoor zorgt dat het roetfilter niet verstopt raakt. Vervang bij het verversen van de olie ook altijd een nieuw oliefilter: hierin verzamelen zich vreemde stoffen die ervoor zorgen dat het filter langzaam verstopt raakt.

• 45 minuten | Geschikt voor doe-het-zelvers

Winteraccessoires

Goede sneeuwkettingen kunnen ook met warme handschoenen worden vastgetrokken.

Zelfs goede winterbanden bereiken hun grens op gladde wegen en een grote hoeveelheid sneeuw. Met sneeuwkettingen kom je een stuk verder.

Daarom moet je wisselen: als je in de bergen rijdt, is het zaak om je sneeuwkettingen bij je te hebben. Op veel bergpassen mag je alleen rijden met sneeuwkettingen.

Hierop moet je letten: als de aanduiding ‘ÖNORM V’ ontbreekt, kun je met name in Oostenrijk problemen met de politie krijgen. Belangrijk: elke ketting heeft zijn specifieke eigenschappen. Het kan een lastige klus zijn om ze om te leggen, het is raadzaam om dat thuis te oefenen in een warme garage zodat je later in de kou weet wat je moet doen. Tip: leg een goede zaklamp in je auto, dat scheelt een hoop gedoe in het donker.

• 20 minuten | Geschikt voor beginners

Onderhoudsintervallen

12 tot 24 maanden of 15.000 tot 30.000 kilometer zijn gebruikelijke onderhoudsintervallen voor een kleine of grote beurt. De voorschriften van de fabrikant zijn te vinden in het onderhoudsboekje of het instructieboekje.

Onze tip

Door zelf af en toe je auto te controleren, kun je een hoop problemen voorkomen. Daarvoor hoef je niet technisch te zijn onderlegd, want iedereen kan het oliepeil checken of de bandenspanning controleren. 

Als je je auto regelmatig door de wasstraat haalt, voorkom je dat zout zich hecht aan de carrosserie, met alle roestgevolgen van dien. Dat waardeert je auto in de winter zeker!