Het feestje van Ford - een overdenking
Ja, mijn glimlach was vrijwel constant. Cameraman Jeroen Elbertse en ik kregen de kans van Ford om met de nieuwe Fiesta ST vrijwel eindeloos over de bergweggetjes van Zuid-West Frankrijk te knallen. Voor dat soort zaken mogen ze zelfs slapen en eten van mijn to-do list schrappen, van het stoeien met een hete hatchback ga ik vanbinnen gloeien als een klein kind dat voor het eerst zonder zijwieltjes kan fietsen. Elke keer weer, hoe vaak ik ook de kans krijg. Verslavend. Heerlijk.
Dus ja, ik zat als een kind zo blij achter het stuur van de nieuwe Fiesta ST. Kijk de video er maar op na, het lijkt één grote stortvloed aan complimentjes. En dat deed me terugdenken aan de rake weblog van collega Kleijwegt van een tijdje terug. Zijn claim was dat elke hot hatch leuk is, zeker wanneer je hem ongegeneerd mag uitlaten op een uitdagende bergweg vol kronkelend droog asfalt. En hij heeft gelijk, vrijwel elke auto met bovengemiddeld veel vermogen, een strak afgestemd onderstel en dus de bijbehorende wendbaarheid voelt als je ideale vrouw op zo'n moment.
En dus keek ik vanmorgen de video nog eens. Ben ik – nu we een paar dagen verder zijn – in de val getrapt door het feestelijke karakter van de Fiesta ST, ben ik te ongenuanceerd positief geweest? Mijn tweede conclusie is ook nee. Mijn grote glimlach achter het stuur van de ST kwam vooral door de kwaliteiten van de auto zelf. Hij is echt heel goed, en als ik grote fouten of minpunten had ontdekt waren die zeker de revue gepasseerd. Ik bedoel, inmiddels durf ik mezelf ervaren (of blasé zo je wilt) genoeg te noemen om ook hete hatches op hun (gebrek aan) kwaliteiten af te straffen. Kijk maar naar de video van de Seat Ibiza Cupra. Wel een lach, maar zeker niet de grootste die ik op mijn ronde harses kan toveren.
De Ford Fiesta ST is namelijk wél degelijk een auto die op een verfrissende wijze in gaat tegen de eindeloze vertrutting van ons wagenpark, waar ik eerder al mijn gal over spuugde. Ford heeft de ballen getoond om een auto te maken die op het randje balanceert van wat prettig is tijdens dagelijks rijden. Het onderstel is behoorlijk ferm maar dat maakt hem juist zo de moeite waard in élke bocht die je neemt. Zuivere reacties, precies die heerlijke wendbaarheid die je verwacht, de lichtvoetigheid die je wilt. En hij heeft een handbak, een meesterlijke zet in een wereld die gebukt gaat onder een sufheidsepidemie vol DSG-achtigen. Lak aan de middelmaat. Ford heeft niet gekozen voor de meest lucratieve businesscase, maar een auto gemaakt die stuurt zoals de mannen en vrouwen van Team RS zélf willen. En juist dat maakt mij ongelofelijk blij. Bedankt, Ford. Bedankt.
Al deze euforie neemt trouwens niet weg dat er heus nog wel wat te verbeteren valt aan het kleinste feestje van Ford. Let op, voel je die nuance? Een strakkere close ratio handbak, nóg meer vermogen (en een fraaier interieur) kan de ST zeker hebben, maar die zaken maken dat er nog ruimte is voor een extremere Fiesta RS. En daar kijk ik, zeker na afgelopen weekend, enorm naar uit. Net als naar de multitest waarin de Fiesta het zal gaan opnemen tegen onder meer de Renault Clio RS (volgens Roy ook erg de moeite waard), de Peugeot 208 GTi (waar Peugeot zelf nogal wat over claimt) en de andere feestbeestjes in dit – wat mij betreft – gaafste segment van de markt. Binnenkort ongetwijfeld te zien en te lezen bij AutoWeek. Als ze mij maar op tijd wakker maken…

26329_first_name 26329_last_name
Columnist/schrijver
In het jaar 2000 kwam ik als groen ventje van 15 een snuffelstage van twee weken lopen op de AutoWeek-redactie, toen nog gevestigd in Hoofddorp. Zes jaar later was ik student Journalistiek, en mocht ik voor het echte werk eens terug komen voor een serieuze stage. Nog een jaar later kreeg ik, nu als groen ventje van 22, de kans om redacteur te worden. En ja, werken bij AutoWeek had wat mij betreft inderdaad ook onder het kopje ‘droom’ kunnen staan. Hobby’s: Ik ben niet zo van het benoemen van hobby’s, omdat dat zou betekenen dat je andere dingen meteen minder waardeert of op voorhand uit zou sluiten. En da’s zonde. Muziek bijvoorbeeld: het maakt me niet uit wat het is, als het maar lekker klinkt. Enkele dingen die ik overigens erg graag doe zijn reizen, lol maken met m’n vriendengroep en – hoe verrassend – autorijden tot ik erbij neerval. Eerste auto: Mijn eerste auto was de absolute droomwagen van velen. Tijdens de vele kilometers die ik in dat autotechnische hoogstandje afgelegd heb, kreeg ik onderweg zeldzaam veel blikken van bewondering. Of was het medelijden? Dat laatste zou best eens kunnen, want ik heb het over een witte (nou ja, eerder naar witgeel uitgeslagen) Volvo 340 DL driedeurs uit 1987, kenteken RS-68-NV. Een 1.4-tje mét Variomatic, jazeker. Ik vond hem drie maanden na mijn achttiende verjaardag in een smerige loods en mocht hem voor 50 euro meenemen. Nadat we de losgeroeste achterklep hadden vastgezet, hield het ding het toch nog negen maanden met me uit. Droom: Mijn droom is om zoveel mogelijk plekken van de wereld te hebben gezien. Bij voorkeur per auto natuurlijk. Ideeën te over: met een Smart van Amsterdam naar Vladiwostok rijden, dwars door Siberië en Mongolië. Of met een klassieke Cadillac Eldorado Biarritz een tocht door Amerika maken, van het plaatsje Cadillac in Michigan naar het stadje Eldorado in Texas. Van dat soort trips slaat mijn fantasie al snel op hol… Eigenaardigheden: Ik heb de irritante en hoogst overbodige neiging om kentekens te onthouden en auto’s in het donker te herkennen aan hun achterlichten. Soms echt op het neurotische af. Daarnaast ben ik met m’n 2.03 meter veel te groot voor sommige auto’s. Een Mazda MX-5 bijvoorbeeld betekent voor mij: met de benen in de nek en de nek in de wind.