Zo vaak moet je de bandenspanning controleren

Zelf sleutelen - Bandenspanning controleren

De bandenspanning van je auto is een essentieel punt om te controleren. De band is namelijk de enige schakel tussen de auto en de weg. Om hem binnen de normen op te pompen kun je naar een tankstation, een gespecialiseerd bedrijf of het zelf doen met een bandenspanningsmeter.

Voordat je de band oppompt, moet je de bandenspanning controleren. De bandenspanning verschilt vaak tussen de voor- en achterkant. Het is verstandig om het instructieboekje te raadplegen, of in de rand van de deuropening, de tankklep of in het handschoenenkastje te kijken om de aanbevolen druk in bar te zien. Sommige auto's hebben een bandenspanningmonitor ingebouwd, die de bandenspanning bewaakt. Dat is gemakkelijk. Anders moet je zelf even de moeite nemen.

Controleer de bandenspanning

Voor deze stap moet je het plastic dopje op het ventiel van de band losdraaien. Om te voorkomen dat je het per ongeluk kwijt raakt, moet je het opzij leggen. Zorg dan voor een plankje of een bakje ervoor. Anders raak je het dopje gemakkelijk kwijt. Druk het einde van de slang van de autobandenpomp op het ventiel om de spanning te controleren. De wijzerplaat van de bandenpomp geeft de bandenspanning aan. Hoor je gesis? Dan gaat het goed, als er te veel lucht in de band zit wordt het automatisch vrijgehouden. Het moet wel op een gegeven moment stoppen. Als het geluid aanhoudt, moet je de plaatsing van het einde van de slang controleren. Let op, voor een optimale meting van de bandenspanning moet het rubber koud zijn voordat je de spanning controleert. Je kunt natuurlijk ook zelf een eigen bandenspanningsmeter gebruiken.

Zorg voor de goede bandenspanning

De band moet je oppompen volgens de door de fabrikant aanbevolen spanning. Je moet koste wat het kost voorkomen dat je hem te hard of te zacht oppompt. Om te controleren of de band de juiste druk krijgt, lees je gewoon de cijfers op het display. In het geval van te veel oppompen, moet de lucht weglopen om vervolgens opnieuw op te pompen totdat de druk goed is. Nadat de band is opgepompt, moet je het dopje weer op het ventiel schroeven.

Van onze partner
Meet je bandenspanning regelmatig!
Je kunt daarvoor gemakkelijk een bandenspanningmeter in de auto hebben liggen. Bestel er bijvoorbeeld één uit de top-10 bandenspanningmeters bij bol.com!

Regelmatige controle van de bandenspanning

Een goede bandenspanning voorkomt voortijdige bandenslijtage en verbetert het brandstofverbruik. Bovendien zorgt het voor een goede remwerking om ongelukken te voorkomen. Ook de wegligging is dan optimaal. Om van al deze voordelen te kunnen profiteren, is een regelmatige controle van de bandenspanning nodig. Een maandelijkse controle is voldoende. Je kunt dan ook zien of de band versleten is. In dat geval kun je de band beter vervangen.

Waar vind je de goede bandenspanning?

Over het algemeen staan ​​de adviezen van de fabrikant voor het oppompen van de banden op een sticker aan de zijkant van het bestuurdersportier of achter de het klepje van de tankdop of de laadstekker van het voertuig.

De juiste spanning voor zijn banden is afhankelijk van het automodel. Raadpleeg, zoals hierboven vermeld, het advies in het portier of de tankvulklep. Je kunt ervan afwijken in deze twee omstandigheden:

  • Winter = +0,2 bar: vanwege de winterse temperaturen wordt aanbevolen om +0,2 bar toe te voegen aan de door fabrikanten aanbevolen druk
  • Snelweg = +0,3 bar: het wordt aanbevolen om +0,3 bar toe te voegen aan de aanbevolen druk voor een lange snelwegrit.
Van onze partner
Banden wisselen?
Bij de vestigingen van Kwik-Fit maak je gemakkelijk een afspraak om je banden te wisselen. En als het nodig is, kun je nieuwe banden bestellen!

Wat zijn de risico's bij te harde of te zachte banden?

Een te hoge bandenspanning heeft gevolgen.

  • Minder contactvlak van de band met alleen het midden van het loopvlak van de band. Hierdoor verliest de auto grip en remt hij minder goed.
  • Trillingen en onregelmatigheden zullen sterker zijn (verminderd rijcomfort, lawaai in de auto).
  • Onregelmatige bandenslijtage (meer op het loopvlak dan aan de zijkanten).
  • Groter risico op bandenschade bij contact met het trottoir of rollen in een gat in de weg.

Aan de andere kant is een te lage bandenspanning net zo erg, en de slijtage des te groter:

  • Een te lage bandenspanning heeft een hogere rolweerstand. Hierdoor warmt het rubber sneller op en vervormt na verloop van tijd zelfs blijvend.
  • Bij een te lage spanning heeft de band een groter contactoppervlak met de grond en dit vraagt dus meer energie van de motor. Het brandstofverbruik kan tot 10 procent toenemen.
  • De levensduur van het loopvlak wordt verkort met een grote kans op onregelmatige slijtage (veel aan de buitenzijden van de band),
  • Je auto zal minder scherp sturen en rijden.
  • De interne structuur kan veranderen