Test: Volkswagen Passat (2005)

'Niets aan de hand-auto'

Volkswagen Passat
Volkswagen PassatVolkswagen PassatVolkswagen PassatVolkswagen PassatVolkswagen PassatVolkswagen Passat
AutoWeek 13 2005
AutoWeek 13 2005

Je leest het in AutoWeek 13 2005

Een nieuwe Passat. Dat werd wel tijd ook. Het vorige model liep al sinds 1996 mee en dus begonnen de jaren te tellen. Of eigenlijk: in vergelijking met de concurrentie was hij al behoorlijk bejaard geworden. Maar nu staat het nieuwe model bij de VW-dealers en hebben de leaseauto-klanten weer een nieuwe auto om voor te werken.

Als we het kastje dat voor sleutel moet doorgaan in ons handen gedrukt krijgen, lopen we toch eerst even een rondje om de nieuwe Passat heen. Strak, netjes en behoorlijk tijdloos, dat is de eerste indruk. Alleen die glimmende lap chroom tussen de koplampen is een eyecatcher van jewelste en bepaalt voor 90 procent het gezicht van de Passat. Als er een nieuwe Golf komt, dan blijven de meeste lijnen van het oude model wel behouden, maar in de zes generaties Passat die tot nu toe zijn gemaakt valt moeilijk een lijn te ontdekken. In deze Passat valt zelfs wat BMW-invloed te ontdekken, zeker als je een versie met chromen lijsten rond de ruiten hebt. Volg die strip maar eens van voor naar achter langs de bovenkant. Op het eind maakt hij een scherpe knik en dan wordt het portier recht naar beneden afgesneden. En met name dat recht is bijzonder, want meestal is er een 'hap' uit voor de wielkast. Nu niet, het is kaarsrecht. Als u eens een BMW 3, 5 of 7 tegenkomt, moet u eens kijken hoe dat daar is gedaan – exact eender.

Met dat kastje dat voor sleutel moet doorgaan, openen we de auto en nemen plaats. Dat kastje is namelijk een afstandsbediening en heeft dus geen metalen steeltje voor in het sleutelgat. Sterker nog, dit kastje steek je in een opening op het dashboard en als je het geheel dan aandrukt, start de motor. Sleutel en startknop in één dus.
Het dashboard van de nieuwe Passat maakt een verzorgde indruk. Het is overzichtelijk en die klokken die mooi verzonken zijn, lijken zo uit een Audi A6 te komen en dat is dus een compliment. In de luxere uitrustingsniveaus staat met blinkende letters 'Passat' geschreven tussen de toertenteller en snelheidsmeter, zodat je je nooit en te nimmer hoeft af te vragen in wat voor auto je ook alweer rijdt. Bezitters van een goedkopere uitvoering hoeven daar kennelijk niet aan herinnerd te worden.

Comfortabel interieur
Een goede zitpositie vinden is volgens Volkswagen-traditie geen enkel probleem. Stoel en stuur zijn over grote lengtes te verstellen en dus vinden kleine en grote mensen snel een prima plek. De stoelen zijn lekker groot en ruim. Ze geven veel steun en zijn ons ook op langere afstanden goed bevallen. De ruimte op de achterbank is goed voor elkaar, ook al hebben we de indruk dat het iets minder riant is dan bij het vorige model. Niet dat we krap zitten, maar de rugleuningen van de voorstoelen lijken wat dichterbij. Als we binnenkort de Passat gaan testen, zullen we dat eens nameten.
Liefhebbers van bagageruimte moeten nog eigenlijk een half jaar geduld hebben totdat de Variant komt. Aan de andere kant, in de bak van de sedan verdwijnt 565 liter bagage en dat is zeer royaal. Overigens hebben we wel het een ander aan te merken op de bagageklep. Want als je hem wilt openen, moet je net als bij de Golf het bekende VW-logo kantelen. Maar dat is natuurlijk altijd smerig, en dus heb je weer vieze handen als je even in de kofferruimte moet zijn. En dan als de klep wilt sluiten pak je 'm aan de binnenkant vast en geef je hem een slinger – denk je. Dat gaat dus niet, want de scharnieren zijn zo sterk geveerd, dat je de klep niet kunt dichtgooien. En dus heb je weer een tweede hand nodig om hem aan te drukken. Niet heel erg doordacht dus.

Geen sportieve auto
Bij het allereerste begin is de keus in motoren nog heel beperkt. Drie benzinemotoren en twee diesels. Daar zit niets nieuws bij, maar daar komt in de loop van het jaar geleidelijk verandering in. Als eerste komt er nog een tweede versie van de 2.0 TDI, met 170 pk. Daarna komt de tweeliter FSI turbo uit de Golf GTI ook in de Passat en aan het eind van het jaar komt de 3.2 V6 FSI van 250 pk nog het front versterken.

Bij de eerste kennismaking reden we met de tweeliter FSI die was gekoppeld aan een automatische zesbak. Hij is stil en lekker vlot. Veel van z'n koppel is al bij een laag toerental beschikbaar en dus laat hij zich net zo gemakkelijk lui als vlot berijden. En met 150 pk vermogen heb je altijd genoeg in huis voor een heuvelachtig parcours of een stoplichtsprintje. De automatisch zesbak is bepaald geen aanrader, want hij presteert het om vaak en vooral het verkeerde verzet te kiezen. Hij zit - en blijft- te hoog als je wilt versnellen en zit - en blijft - te laag als je bergop rijdt. Gelukkig kun je via de Tiptronic-stand ook zelf schakelen, maar ja, waarom zou je dan voor een kleine 3.000 euro een automaat kopen?
Het weggedrag van de Passat is comfortabel. Volkswagen is er duidelijk niet voor gegaan om een sportieve auto neer te zetten, zoals je vaak ziet tegenwoordig. Natuurlijk is hij stukken minder week dan de vorige generatie die bij elke verkeersdrempel met z'n buik even over de straat schoof. Maar gelukkig voel je ook niet elk vogelstrontje op de straat en rammelen je vullingen niet op een klinkerweggetje. Het bochtgedrag is daardoor ook niet heel spectaculair, maar gewoon veilig. Op de grens wil de Passat over de voorwielen wegglijden en wie het gas een beetje lift in een snelle bocht merkt dat de kont dan wat gaat schuiven.
We reden ook nog even de nieuwe 2.0 TDI met 170 pk (met rode I) en dat is natuurlijk helemaal top. Met 350 Nm bij 1.800 tpm heb je genoeg trekkracht om een berg naar Mozes te slepen. Daarbij is hij ook nog eens supersnel (top 223 km/h, 0-100 in 8,7 seconden).

 

Veel keus
Met vier uitrustingsniveaus en een pagina's lange optielijst is er altijd wel een Passat te maken die je aanstaat. Aan de basis staat de Trendline met halfautomatische airco, ESP, en elektronische handrem. De Comfortline heeft automatische airco, elektrische stoelverstelling, velours bekleding, een chromen lijst langs de zijruiten en een regensensor. De Sportline heeft daarbij ook nog 16-inch lichtmetaal, een sportonderstel en sportstoelen. De Highline is de top met lichtmetalen wielen, alcantara bekleding en chromen lamellen in de grille. Voor de prijzen verwijzen we u naar het aparte kader bij dit verhaal. De basisprijzen zijn nauwelijks hoger dan die van het vorige model en dat is een prettige afwisseling op het gebruik van fabrikanten om nieuwe modellen meteen fors duurder te maken.

Als we de eerste indruk even tot ons door laten dringen dan is de Passat echt zo'n auto die veel mensen zou moeten plezieren. Hij blinkt nergens in uit, maar stelt ook niet teleur. Hij ziet er netjes en strak uit, maar is niet te uitbundig. Hij rijdt prima, maar is vooral lekker comfortabel. Kortom, een lekkere niets aan de hand-auto waar je 'nog jaren mee vooruit kunt'.

Gerelateerde forum topics

Praat verder op het forum