Test: Mini Aceman – ontbrekende schakel tussen de Cooper en de Countryman

Waar komt de Mini Aceman vandaan?

BMW heeft samen met het Chinese Great Wall Motors een joint venture opgericht, Spotlight Automotive. De eerste vrucht van deze samenwerking is de nieuwe, volledig elektrische Mini Cooper waarmee we eerder dit jaar kennismaakten. Nu brengt Spotlight Automotive een tweede model: de Mini Aceman. Die Aceman is een elektrische vijfdeurs cross-over die in het Mini-gamma het gat moet dichten tussen de compacte Cooper enerzijds en de elektrische versie van de begin dit jaar gepresenteerde Countryman, de maxi Mini, anderzijds. Technisch is de Aceman nauw verwant aan de Cooper. Ze zijn beide opgetrokken op dezelfde schaalbare architectuur en ook de aandrijftechniek is eender. Spotlight Automotive heeft de auto’s ontwikkeld en bouwt ze nu in een nieuwe fabriek in Zhangjiagang. Bij Mini hebben ze het er over dat de auto’s op den duur ook in Oxford in elkaar zullen worden gezet, maar een datum of een termijn wordt nog niet genoemd. In Oxford concentreren ze zich vooralsnog op de Mini’s met verbrandingsmotor.

Voorlopig komt de Mini Aceman uit China.

Is het een stationwagon, een SUV of een cross-over?

Simpel voorgesteld zou je de Aceman de elektrische tegenhanger kunnen noemen van de vijfdeurs Mini met verbrandingsmotor. Die laatste wordt namelijk ook nog steeds gebouwd en heeft – net als de driedeursversie op benzine – om nog even mee te kunnen een flinke opfrisbeurt gekregen, waardoor die ICE-auto’s sterk lijken op de Cooper E. De Aceman is echter meer dan zomaar een vijfdeurs Cooper. Hij is hoger en ziet er met de zwarte randen langs de wielkasten iets ruiger uit. Het maakt hem nog geen SUV, maar een cross-over durven hem wel te noemen.

In het Mini-programma past de Aceman prima tussen de Cooper en Countryman

Is de Aceman veel ruimer dan de Cooper?

De afstand tussen voor- en achteras is bij de Aceman acht centimeter groter dan die van de Cooper. Ten opzichte van de Countryman (die groter is dan zijn voorganger) is de wielbasis van de Aceman negen centimeter kleiner. De auto valt dus keurig tussen de Cooper en de Countryman in. Voorin heb je ook met een bovengemiddelde lengte ruimte genoeg, al zit je rechterknie wel snel tegen het knoppenpaneel onder het multimediascherm. Verder vinden we de stoelzittingen aan de korte kant. Achterin zit je beduidend beter dan op de achterbank van de Cooper, maar toch kom je ook achter in de Aceman met een flink postuur al snel klem te zitten. Een vergelijkbare Zeekr X biedt voor de achterpassagiers meer ruimte. Het kofferbakje van de Aceman meet 300 liter. Dat is evenmin grensverleggend, maar wel royaler dan de 210 liter die je achter in de Cooper kwijt kunt.

Hoewel je achter in de Aceman beter zit dan in een Cooper heb je hier als volwassene nog altijd weinig te zoeken.

Heeft de auto een prettig multimediasysteem?

Het interieur maakt een verzorgde indruk, met op het dashboard en de portieren een gebreide stof van gerecycled polyester. Het dashboard is nagenoeg gelijk aan dat van de Cooper. Het voornaamste verschil is dat bij de Cooper het voorste deel enigszins hol loopt (wat een ruimtelijk effect geeft), terwijl dat bij de Aceman bol is. De indeling en de bediening zijn verder hetzelfde. Dat betekent dat er amper knoppen zijn en je je moet zien te redden met het grote ronde touchscreen.

Het multimediasysteem werkt met BMW’s OS9. Dat is een aardig besturingssysteem in een rechthoekig scherm, maar in het ronde display wordt het al snel een onoverzichtelijke brij. Juist met een grote hoeveelheid systemen en een uitgebreide lijst van zaken die je kunt instellen is een heldere structuur noodzakelijk. Maar helaas, dat is het niet. Nuchter bekeken kan er gerust worden gesnoeid  in het aantal systemen. Wat te denken van de mogelijkheid om een foto naar de auto te uploaden en die te gebruiken als schermachtergrond van het infotainmentscherm? Of de lampjes die van achter het scherm het dashboard te laten beschijnen in de kleuren die het meest voorkomen in de foto die je net had geüpload naar het systeem, als een soort ambilight. Aan de andere kant: het zijn juist dit soort grappen die van de Mini een Mini maken.

Het interieur oogt opgeruimd en overzichtelijk. Voor een eenvoudige bediening bevat het multimediasysteem met zijn ronde scherm echter te veel functionaliteit.

Wat zijn de EV-capaciteiten?

Net als de Cooper is de Aceman er in eerste instantie als E en als SE, wat ook hier betekent dat je kunt kiezen uit een 184 pk of een 218 pk elektromotor tussen de voorwielen. Om de actieradius boven de 300 km WLTP te houden (309 km op precies te zijn), heeft de iets zwaardere Aceman E een 1,9 kWh groter accupakket dan de Cooper E, namelijk 38,5 kWh netto. De Aceman SE heeft net als de Cooper SE 49,2 kWh. Hiermee is een WLTP-actieradius van 405 kilometer mogelijk. Opladen gaat bij beide accu’s aan de wisselstroomlaadpaal met maximaal 11 kW, aan de gelijkstroom-snellader is er onderscheid. De Aceman E laadt daar met maximaal 70 kW en de SE met 95 kW. Dat zijn net als de actieradiussen inmiddels geen grensverleggende waarden meer in deze klasse.

Aan de wisselstroomlaadpaal gaat het met een marktconforme 11 kW, aan de gelijkstroomsnellader is de Aceman echter niet de snelste.

Is dit alles?

Nee. Begin volgend jaar komt er ook nog een derde variant: de Mini John Cooper Works Aceman. Dat is een bommetje met 258 pk en 350 Nm die de sprint van 0 naar 100 km/h aflegt in 6,4 seconden en een topsnelheid heeft van 200 km/h. Hij heeft hetzelfde accupakket als de Aceman SE, maar komt daar volgens WLTP iets minder ver mee: de actieradius bedraagt 355 kilometer. Maar zover is het nog niet.

Begin volgend jaar wordt het gamma uitgebreid met een echt bommetje: de Mini John Cooper Works Aceman.

One pedal drive, werkt dat?

Onze eerste kennismaking met de Aceman hebben we in de 218 pk SE. Hoewel er voor later dus nog meer in het vat zit, wil de cross-over er met deze motor gerust rap vandoor. De reactie op het stroompedaal is lekker gretig; helemaal des Mini’s. Althans, zolang het om versnellen gaat. Bij het loslaten van het pedaal moet je maar afwachten hoe er op de motor wordt afgeremd. Dat bepaalt de elektronica namelijk op basis van het verkeer en navigatie-informatie. Vaak gaat dat best aardig, maar niet altijd. We willen er van op aan kunnen dat de auto doet wat we van hem verwachten en dat is wat ons betreft in stadsverkeer en files net even wat steviger afremmen wanneer we het gaspedaal loslaten. Beter is het dan om de mate van recuperatie handmatig in te stellen. Hiervoor moet je door de menu’s van het infotainmentsysteem, want bijvoorbeeld flippers achter het stuur zijn er niet. Hetzelfde geldt voor het afstand houden tot een voorligger bij ingeschakelde adaptieve cruisecontrol, ook dat wordt in basis door de auto zelf bepaald terwijl we dat soms snel even zelf willen instellen. We kennen dit ook van diverse BMW’s.

Als je wilt, heb je het rempedaal amper nodig.

Rijdt de Aceman eigenlijk wel als een Mini?

Het onderstel heeft geen enkele moeite de prestaties van de elektromotor in goede banen te leiden, de voorwielen weten de aandrijfkrachten probleemloos aan het asfalt te brengen. Hierbij moeten we wel opmerken dat ‘onze’ blauwe Aceman was voorzien  van de optionele twee centimeter bredere banden op twee inch groter lichtmetaal. Het onderstel is stevig, maar net iets minder scherp opgezet dan de Cooper. Al lijken de verschillen niet heel groot, de driedeurs Mini blijft de gooi- en smijtattractie, terwijl de Aceman met zijn praktischer carrosserie net iets meer als een allemansvriend is afgestemd. Maar houd ons ten goede, het is en blijft wel een Mini. De stuurinrichting is zeker niet overbekrachtigd, maar toch kost het geen enkele moeite de auto daar te zetten waar je hem hebben wilt. Het voelt lekker precies en direct. Waar de Aceman met zijn EV-prestaties weinig onderscheidend is, is hij dat met zijn onderstel en stuurinrichting juist wel.

Hoewel de praktischer Mini Aceman een allemansvriend is, zit er in het onderstel absoluut Mini-dna

We waarderen het als je wilt bijdragen door het bijhouden van de AutoWeek Verbruiksmonitor of door een gebruikersreview te schrijven waarin je jouw ervaringen met de auto deelt. Daarmee help je potentiële kopers echt vooruit!