Renault Espace (2002) - Test
Op rails
Citroën, Peugeot, Fiat en Lancia kunnen zich wel even achter de oren krabben nu de nieuwe Renault Espace er is. Deze auto legt de lat op het gebied van rijgedrag een treetje hoger. Daar kunnen de C8, 807, Ulysse en Phedra nog wat van leren.
Natuurlijk: er is niet veel mis met het rijgedrag van die vier 'andere nieuwe MPV's'. Echt niet. Maar rijd met de nieuwe Renault Espace en je weet wat écht niet meer overhellen is en wat écht strak door de bocht gaan is met zo'n auto. Renault zet daarmee de concurrentie op enige afstand. Maar laten we niet op de zaken vooruitlopen: de exacte verschillen zullen bewezen moeten worden bij de eerste vergelijkende test waarin de nieuwe Esapce moet aantreden. Maar de eerste indruk is in elk geval zeer postief.
Deze nieuwe Espace is alweer de vierde generatie fullsize-MPV van Renault. In 1984 kwam de eerste uit; wellicht kunt u het zich nog herinneren: dat wás wat. Het concept is daarna veelvuldig gekopieerd, vergroot en verkleind en de MPV nestelde zich daarmee definitief in de showroom. De nieuwe Espace is er net als de vorige in twee versies: een normale en een 20 cm langere Grand Espace. Twintig centimeters waar je tijdens het rijden niets van merkt; dus alles wat we vanaf hier schrijven geldt voor beide uitvoeringen.
Gehannes
Veel revolutionaire vernieuwingen heeft de nieuwe Espace niet in zich. Wel is het railsysteem voor de stoelen, op de vorige Espace nog een optie, nu standaard. In plaats van vaste punten in de vloer om de stoelen aan te bevestigen, zit er een aantal rails in de vloer. Daarin kun je de stoelen (met geïntegreerde driepuntsgordel) op verschillende plekken vastzetten en kun je dus net even wat meer variëren in je indeling. Helaas weegt zo'n stoel nogal wat en is het een flinke klus om er eentje te verplaatsen. Bovendien is het ook een gevecht met de ruimte: om een stoel op de achterste rij op te klappen, moet hij zo ver mogelijk naar achter op de rails staan en de stoel ervoor zo ver mogelijk naar voren, anders kan hij niet ver genoeg 'voorover vallen' voordat je 'm los kunt maken. Af en toe is het dus een beetje een gehannes.
Uiteraard is elke vrije opening in de Espace gebruikt voor een opbergvakje; op en aan het dashboard zijn het er al vijf. In tegenstelling tot de Scénic heeft de Espace geen vakken in de vloer en dat heeft een praktische reden. Onder de vloer zit namelijk de airco. Midden onder de bodem zit een koelunit en van daaruit loopt een uitgebreid netwerk van buizen door de auto om de koele lucht te verdelen.
A propos koele lucht: in de duurdere uitvoeringen met een automatisch geregelde airco zitten op vier plekken in de auto bedieningspanelen daarvoor. De bestuurder en passagier voorin moeten de airco overigens in de deur bedienen in plaats van midden op het dashboard. Ook op de achterportieren zijn bedieningspanelen te krijgen, speciaal voor de luchtbehandeling op de tweede en derde zitrij. Erg duur, maar absoluut mooi is een gigantisch schuifdak. Het opent tot boven de tweede zitrij en geeft uiteraard veel licht in de auto. Maar ja, het kost 1.795 euro en da's natuurlijk geen koopje.
Perfect
Vorige week hebben we de eerste Espaces eens uitgebreid aan de tand gevoeld en zoals we al aan het begin van dit verhaal lieten doorschemeren: het ríjdt wel. De 3.0 dCi beet het spits af. Een V6-dieselmotor met common rail-spuiting. Hij is standaard gekoppeld aan een automatische vijfbak. We hoeven er niet veel worden aan vuil te maken: perfect. Met het koppel van 350 Nm heb je altijd over en rijd je altijd te hard. De V6 is niet rumoerig, maar geeft juist een mooie, krachtige brom. De automaat is van het zelflerende soort en past zich dus na verloop van tijd aan je rijstijl aan. Wie dus een tijdje aan het planken slaat op een bochtig parcours, merkt dat hij al bij afremmen gaat terugschakelen en dat hij op een rustige rit zo snel mogelijk doorschakelt voor de meest economische resultaten.
Die bak is ook de te krijgen op de 3.5 V6-benzinemotor, ook al zo'n beul. De diesel is nog een beetje goedmoedig van karakter, maar de V6 is klaarwakker. Trap het pedaal in en hij schiet uit z'n slof. Nee, wat ons betreft is voorlopig de beste deal de 2.2 dCi. Die kost 6.500 euro minder dan de 3.0 en moet het zonder de standaard automaat doen. Maar drastisch veel minder vermogen en koppel heeft hij niet en hij komt evengoed zeer prettig van z'n plek. Hij is lekker stil en de zesbak is soepel.
Om het weggedrag van de nieuwe Espace te beschrijven, halen we maar een klassieker van stal: als een blok. Normaal gesproken laten grote MPV's het met name in bochten afweten, maar de Renault gaat er zonder noemenswaardig onderstuur doorheen. En voel je normaal toch wat gewicht boven je hoofd - bij de nieuwe Espace voel je dat helemaal niet. De vering en demping zijn ook nog eens afgestemd op standje 'stevig, maar comfortabel'. Al met al voelt het erg goed aan - en dat geldt voor de hele auto.