PGO Speedster II (2005)

PGO staat voor Pierre, Gerard en Olivier, drie Zuid-Franse autoenthousiasten die sinds twintig jaar replica's bouwen. Onder meer van de Porsche 356 Speedster. Porsche heeft ze echter verboden nog langer de roadster te dupliceren. Het veto van de Duitse fabrikant vormde de aanzet voor PGO om een eigen auto te ontwerpen, die nog wel nadrukkelijk naar de Speedster knipoogt, maar Porsche niet voor het hoofd stoot: de Speedster II. Die maakt in eerste instantie de indruk een mislukte kopie van een Porsche 356 Speedster te zijn. Maar hoe langer je kijkt, hoe meer hij bekoort. Vergeet de Porsche, de PGO heeft z'n eigen schoonheid, al hangt er de geur van kitcars omheen.

Het sneeuwt, geen wonder dat de importeur 'm heeft klaargezet met het dakje omhoog. We rijden weg met het dak gesloten. Je moet het hoofd 'bukken' om door de kleine ruitjes te kunnen turen. De binnenspiegel zit danig in de weg en de dode hoeken zijn gigantisch. Het mag de pret niet drukken; een roadster hoort Spartaans te zijn. Je zit tamelijk dicht op het sportstuur en de klokkenwinkel. Tussen de grote instrumenten hebben de controlelampjes een plaatsje. De middenconsole ziet er simpel uit, maar voor de audio-installatie is geen plek. Onder het motto 'daar dan maar', hangt 'ie onder het dashboard aan de passagierszijde.

De zit achter het stuur geeft je de indruk dat je met een echte 'mannenauto' te maken hebt, die met de nodige fysieke kracht gemend moet worden. Maar de PGO Speedster rijdt heel geciviliseerd. Schakelen gaat van een leien dakje; het gevoel is bekend en vertrouwd. De bak van de Speedster is afkomstig uit de Peugeot 206. Hij stuurt ook precies en met veel gevoel, maar zeker niet zwaar. De PGO is eigenlijk een heel makkelijke auto.

Vergevingsgezind
Voor de achteras, vlak achter je rug, ligt de 138 pk sterke 2,0-litermotor uit de 206 GTI. Die heeft geen enkele moeite met de 930 kilogram zware Fransman. In minder dan 7 seconden accelereert de roadster van 0 naar 100 km/h en de top ligt boven de 200 km/h.
De vernieuwde Speedster heeft een uitlaattraject van sportieve snit, uitmondend in twee dikke pijpen die onder de achterbumper uitpriemen. De PGO is geen lawaaipapegaai, maar het geluid is sportief en past bij de auto. We gooien de kap open om het motorgeluid nog beter in ons te kunnen opnemen. Diep weggedoken in onze stoel geven we de Speedster II de sporen. Het voorruitje slaagt er maar ten dele in de rijwind buiten te houden.
De Speedster II heeft een vergevingsgezind onderstel. Je kunt heel ver gaan met de PGO, voordat voor- dan wel achterzijde een eigen leven gaat leiden. Te hard een bocht in resulteert in onderstuur. De achterwielaandrijver is tot overstuur te provoceren wanneer je in de bocht gewoon op het gas gaat staan, maar hij laat zich ook eenvoudig weer in het gareel dwingen met een toefje tegenstuur. Het onderstel, dat ook uit de magazijnen van Peugeot komt, geeft oneffenheden in het wegdek vrij hard door. Hij toont zich extreem stijf. Het stalen buizenchassis kan tegen een stootje en is extra verstevigd voor de noodzakelijke veiligheid. De carrosserie is opgetrokken uit gewapend polyester. Geen wonder dat de tweelitermotor wel raad weet met de tweezitter.