Mercedes pick-ups – Reportage

Spaarauto's met ster

Mercedes-Benz pick-up
AutoWeek 28 2020
AutoWeek 28 2020

Je leest het in AutoWeek 28 2020

Om in een Mercedes-Benz te rijden, moet je net wat dieper in de buidel tasten. En in Denemarken is het door de torenhoge belastingen helemaal peperduur. Toch zijn er Denen die dankzij een slimme truc in hun droomauto toeren.

De vrouw in de postauto schudt haar hoofd en mompelt iets onverstaanbaars. Haar blik verraadt wat ze denkt: wat een idioten, wat hebben die prutsers met die Mercedessen gedaan? En dat terwijl Martin Overgaard haar alleen heeft gevraagd of ze een paar meter verderop kan parkeren. De bestelwagen van Franse makelij past niet bij de zes deftige pakezels van Duitse komaf, die op een rijtje voor de supermarkt staan. Hoewel, Duitse komaf? De voorkanten zijn weliswaar van diverse Mercedes-modellen, van de kleine Heckflosse tot de grote S-klasse, maar vanaf de B-stijlen is het een Duits-Deense coproductie.

Je zou denken dat het gaat om een stel losgeslagen doe-het-zelvers, maar het blijkt heel slim te zijn om een Mercedes om te bouwen tot pick-up. Deense autokopers betalen namelijk een bizar hoge belasting, terwijl voor bedrijfswagens andere tarieven gelden (zie het kader ‘Geel kenteken is goedkoper’). Het maakte de Denen creatief in het ombouwen van personenauto’s en zo creëerden ze interessante stukjes autocultuur. In de jaren 90 reed er in Aarhus zelfs een gele Porsche 928 rond waarvan de zitjes achterin hadden plaatsgemaakt voor een achterklep en een laadbak.

De 63-jarige Overgaard, een metselaar uit Arnborg in Jutland, is helemaal weg van de pick-ups op Mercedes-basis en is ze daarom gaan verzamelen. Zoals een exemplaar op basis van een S-klasse uit 1987. Het is zelfs een 560, het toenmalige topmodel! Ook zien we een pick-up gebaseerd op zijn opvolger, de S-klasse W140, die indertijd met hoon werd overladen vanwege zijn forse afmetingen. In dit geval is het de basisversie, de S280. De oudste wagen van het stel is in veel opzichten origineel, maar verkeert niet in originele staat. Stuk voor stuk zijn het bijzondere creaties, die in geringe aantallen hun metamorfoses ondergingen.

LIJKWAGEN

Overgaard heeft de pick-ups in de loop der jaren gekocht, waarbij de eerste enkel en alleen een manier was om voor weinig geld in een klassieke Mercedes te rijden. In december 2005 kocht hij de toen 41 jaar oude Heckflosse van de modelreeks W110 voor omgerekend € 7.700. De auto heeft een gemodificeerde vooren achterzijde en ook de motor is vervangen. De auto zag ooit het licht als ‘kleine Flosse’, het toenmalige instapmodel van Mercedes-Benz, en werd waarschijnlijk direct na aankomst in Denemarken omgebouwd en zo tot in de jaren 80 gebruikt.

Na een aanrijding onderging hij op zijn oude dag nog een flinke verandering met gebruikte onderdelen: de eenvoudig ogende voorzijde maakte plaats voor het deftige front van de ‘grote Flosse’. Op de plek waar normaliter een zescilinder benzinemotor zit, kwam een diesel uit een modernere, zij het in de jaren 80 ook al behoorlijk ouderwetse /8-Mercedes. De diesel doet zijn reputatie in de zware 280 SE eer aan en heeft een eeuwigheid nodig om de boel op gang te brengen. Het gemoedelijke karakter past wel bij de bedrijfswagen, die minder luxueus is. Daardoor komt de praktisch-robuuste kant van de Mercedes goed naar voren. De carrosseriebouwers leverden indertijd keurig werk en beide staartvinnen zijn ook bij de pick-up netjes in de carrosserie geïntegreerd. Een zeil beschermt materiaal in de laadbak tegen de elementen, maar uitgerekend de achterklep is nogal provisorisch. Hij loopt niet door tot de vloer van de laadbak, wat bij zo’n bedrijfswagen nogal onhandig is. Zeker voor een metselaar die tegels en zakken cement over de tildrempel moet krijgen.

De zwarte 280 SE van de modelreeks W108 is nu beladen met speciekuipen, troffels en een krat bier. De auto maakt sinds 2014 deel uit van Overgaards verzameling.In de eerste tien jaar van zijn bestaan verrichtte hij serieus werk: het was een lijkwagen. Pas in 1982 bouwde de Frederiksberg Karosserifabrik A/S in Kopenhagen hem om tot pick-up en werd hij het dagelijkse voertuig van een timmerman. Het is de enige auto in de verzameling waarvan de originele achterlichten het veld ruimden. De achterlichten van de Volvo 145 waren smaller en pasten beter naast de achterklep. De houten verhoging van de wanden doet denken aan Amerikaanse pick-ups uit de jaren 50, waarbij de laadbak op vergelijkbare wijze was opgehoogd. Het is een eenvoudig, maar doelmatig stukje ambachtswerk.

WEL OF GEEN FORD

De interesse die Overgaard in deze creaties heeft, gaat verder dan pick-ups op Mercedes basis. Zijn vader had ooit een Ford Model A. Toen Overgaard hem na het bestuderen van de autoadvertenties in de krant JyllandsPosten vertelde dat hij er ook eentje wilde kopen omdat ze zo waardevast zijn, raadde zijn vader dat met klem af. Zodoende was een Ford geen optie. In plaats daarvan kocht hij in 1979 voor een bedrag van 500 Deense kronen een Opel Kapitän uit 1954.

Hij heeft nog altijd Opels in bezit, waaronder een Olympia P1 uit 1959, die volgens de sticker op de carrosserie ooit van een monteur met de naam Henry Damgaard was. Ook heeft hij een Kombi die eigen dom was van schoenmaker Brammings uit Brande, die hij kocht van diens kleinzoon. Hij heeft verder nog een Kapitän uit 1961 in de schuur staan. En uiteindelijk toch die Ford: een Granada Kombi uit 1977! Hij kocht hem veertien jaar geleden en heeft er maar 650 kilometer mee gereden.

FILMSTER

We stappen in de 560 SEL, die na een rit in de dieselaar en de lijkwagen aanvoelt alsof hij uit een andere wereld stamt. Dit is met afstand de krachtigste pick-up uit de verzameling, die met een vermogen van 286 pk vastberaden als een sneltrein voorwaarts schiet. We trappen het gaspedaal in en laten het ook snel weer los, want in Denemarken maken snelheidshandhavers graag gebruik van bestelwagens die stiekem dienstdoen als radarverpakking. En een eerste indruk hebben we toch al: de toplimousine van Mercedes-Benz uit de jaren 80 voelt ook met geamputeerde achterzijde luxueus aan.

Bijzonder is dat je geen enkel verschil merkt bij het rijden. Je vergeet snel dat er achter de bestuurdersstoel geen comfortabele achterbank is, maar een laadbak. Het geluid blijft binnen de perken en je voelt zelfs de carrosserie niet torderen. Niets voelt geïmproviseerd aan, het komt allemaal ronduit solide over. Het massieve deksel van traanplaat boven de laadruimte zou het best zonder de reling kunnen stellen, maar het is juist de liefde voor detail die de auto kenmerkt. Alleen de scharnieren van de achterklep, die naar rechts scharniert, ogen wat grof. Het is eerder een pragmatische dan een elegante oplossing.

Er zijn maar drie exemplaren van deze absurde combinatie van topklassesedan en bedrijfswagen gebouwd en Overgaard bezit het enige exemplaar in rijdbare staat. Vijftien jaar geleden, toen blauw van kleur, ontpopte deze zonderlinge auto zich zelfs tot ster. In de Deense film ‘Solkongen’ (Zonnekoning) was hij het vervoermiddel van de zelfingenomen hoofdpersoon.

PRETMOBIEL

De meest geslaagde ombouw in Overgaards verzameling is de felblauwe auto uit de modelreeks 124, waarvan de Sæby Karosseriværksted in Frederikshavn er circa 125 heeft gemaakt. De zescilinder-300D uit 1990 biedt met de extra zijruit een ander ruimtegevoel dan de andere auto’s en doet aan de binnenzijde zo luchtig aan dat je bepaald niet het gevoel hebt in een bedrijfswagen te zitten. Je krijgt eerder het idee op pad te zijn met een pretmobiel voor mensen die groot hobbymateriaal moeten vervoeren.

De afwerking verschilt van die van de overige pick-ups uit de verzameling. Zie je daar ambachtelijk vakmanschap, hier zijn veel zaken op industriële wijze geproduceerd. De laadruimte-afdekplaat heeft een doordacht mechanisme en laat zich vederlicht openen. Met de in lengterichting lopende profielen en de reling aan de zijkanten past hij bij het lijnenspel van de auto en bij de positionering van de pick-up in Denemarken.

Met uitzondering van de vroege W110 zijn de modellen over het algemeen riant gemotoriseerd met zescilinders. Het toont dat pick-ups in Denemarken geen werkpaarden waren, maar luxepaarden. Wie de dure ombouw kon betalen, had een goedgevulde portemonnee. Dan mochten er ook nog wel een hoop opties bij, want die waren verhoudingsgewijs betaalbaar.

Overgaard lette wel op de centen. “Ik kocht alleen auto’s die in goede staat verkeerden en niet duur waren.” Hij heeft weinig trek om te sleutelen aan zijn wagenpark, wil geen restauraties laten uitvoeren en gaat alleen naar de garage voor noodzakelijk onderhoud. “Het is goedkoper om een paar honderd kilometer per jaar te rijden dan om schade als gevolg van stilstand te repareren”, luidt zijn nuchtere redenering.

DEFTIGE DIKKERD

Een model dat uit de band springt, is de S280 uit 1995, die Overgaard twee jaar geleden kocht. Het is met omgerekend € 8.800 zijn duurste pick-up ooit en de vorige eigenaar liet hem voor de lieve som van € 44.000 verbouwen. De luxe auto uit de modelreeks W140 maakt al van verre een deftige indruk met een mahonie omlijsting van de laadbak en een mahonie scheidingswand. De sjorogen voor het afdekzeil zijn afkomstig uit de jachtbouw, de laadbak is bekleed met roestvrijstaal. Zo doet deze dikkerd aan als een lifestyleauto, net als andere pick-ups in die periode.

We mogen nog één ke er overstappen. Overgaard bezit namelijk ook nog een pick-up op basis van de W210-generatie van de E-klasse, met vier ronde koplampen. Het is een zescilinder-E280 die goed rijdt, al moest hij vanwege de bekende roestvorming bij deze modelreeks na de aanschaf in 2014 gedeeltelijk uit elkaar worden gehaald. Dat overkomt Overgaard zelden. In alle opzichten is de kwaliteit aanzienlijk slechter vergeleken met voorganger 124. Hij zit ook minder doordacht in elkaar. Het werkt allemaal, maar het ontbreekt aan finesse.

Het was overduidelijk dat het tijdperk van de pick-ups op Mercedes-basis bijna voorbij was en dat was misschien maar beter ook. De trend kwam door de al maar complexere auto’s en strengere regels in de jaren 90 langzaam ten einde. Neemt niet weg dat de terugrit plezierig verloopt aan boord van de E280. In rijgedrag doet hij nog altijd erg modern aan. Maar wat als het regent? Nou, dan rijdt Overgaard in een Hyundai Accent. Die heeft hij voor een prikkie op de kop getikt, dat spreekt voor zich.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren