Test: Mercedes-Benz GLE 350de 4Matic (2020)

Op het moment dat we deze test schrijven, betekent de uitstoot dat de staat genoegen neemt met € 783 aanschafbelasting, terwijl voor regulier aangedreven GLE’s bedragen van 24 tot 58 mille (!) zijn verschuldigd. Daarmee is de 320 pk en 700 Nm sterke plug-in net iets voordeliger dan de instapdiesel 300d, die 245 pk en 500 Nm uit zijn viercilinder perst. Die dieselmotor heeft de 350de ook, wat een zeldzaamheid is voor een hybride. Mercedes combineert hem in dit geval met een 136 pk elektromotor en een accupakket van maar liefst 31,2 kWh. Dat is ongekend groot voor een plug-in en het zorgt ervoor dat deze loodzware, hoge SUV ook in de praktijk bijna 100 kilometer elektrisch kan rijden. Daarvoor moet het natuurlijk niet harder gaan dan 100 km/h, maar alsnog betekent dit dat je heel wat ritten geheel elektrisch kunt afleggen. Tegen een kleine meerprijs kan de GLE zelfs aan de snellader, al is de meerwaarde daarvan bij plug-in hybrides beperkt.

De GLE is erg comfortabel, mede dankzij de optionele Airmatic-luchtvering op het testexemplaar. Die biedt een overdaad aan comfort. Hoog gezeten op de fantastische, maar eveneens optionele Multicontour-stoelen merk je nauwelijks dat de kilometers met honderden tegelijk onder je door vliegen. Tegelijkertijd communiceert de Mercedes redelijk met zijn bestuurder, blijft de auto in de bocht behoorlijk vlak liggen en is hij best precies te plaatsen. Toch is overduidelijk dat de GLE een ware mastodont is. Hij voelt aan als een enorme, onverzettelijke tank, wat gezien zijn gewicht van dik 2,5 ton niet eens zo gek is. Dankzij de lage CO2-uitstoot is de motorrijtuigenbelasting vooralsnog nog wel te behappen, maar voelbaar is die massa zeker wel. Toch is de GLE zeer vlot, waarbij het enorme koppel voor een fijne duw in de rug zorgt. De 9G-Tronic-automaat werkt zeer goed, maar de GLE lijkt zich af en toe even te verrekenen en komt dan met een schokje van zijn plek.

Doordacht en logisch

Het MBUX-systeem is mogelijk het beste wat er op dit moment op infotainment-gebied beschikbaar is. Het biedt werkelijk alles: een razendsnel touchscreen, kraakheldere schermen, eindeloze configuratiemogelijkheden en tal van bedieningsopties. Het knappe is dat dit niet resulteert in een onoverzichtelijke brij. Een korte studie is noodzakelijk, maar daarna blijkt het systeem erg doordacht en logisch ingedeeld. Evengoed is het niet gevrijwaard van de ergernissen, die hand in hand lijken te gaan met oprukkende technologie. Menig gesprek met een passagier wordt onderbroken door een vriendelijk ‘Wat wilt u doen?’ en soms is het toch even zoeken naar een bepaalde instelling.

Ook de rest van het GLE-interieur is prachtig. Vormgeving, materiaalgebruik en bouwkwaliteit zijn boven elke twijfel verheven. De designknoppen voor onder meer de klimaat­regeling voelen als enige iets kwetsbaarder aan, maar zijn erg prettig in de omgang. Ook als het gaat om rijassistentiesystemen is Mercedes ver. De auto kan desgewenst zelf van rijstrook wisselen en met de file mee rollen. Over opties gesproken: even slikken is dat de prijslijst van de Mercedes-Benz GLE maar liefst 69 pagina’s telt. Natuurlijk komt dat door het grote motorengamma, maar ook door de ellenlange optielijst. Op en aan de testauto waren extra’s ter waarde van maar liefst zo’n 30 mille geschroefd.