Fiat Doblò
Kan goed
- Damiaan Hage
- Eerste rijtest
Dat hij nu niet bepaald een artistiek hoogstandje is, is niet erg als we de ontwerpers mogen geloven. De vorm komt op de tweede plaats; wat je met de auto kunt is veel belangrijker. Tsja, dat is inderdaad waar, maar uit normaal gesproken erg designliefhebberige Italiaanse monden klinkt het toch een beetje geforceerd.
Vraag óns in ieder geval niet of we het een mooie auto vinden - het antwoord mag duidelijk zijn: nee. En wat u van de Doblò vindt, dat moet u natuurlijk helemaal zelf weten. En met deze woorden laten we het onderwerp "hij is niet mooi" voorlopig even rusten.
Want hoe de Doblò rijdt is veel belangrijker. En dus stappen we meteen in voor een uitgebreide proefrit. Als we de deur dichttrekken horen we zo"n lekker degelijk dof geluid. Hé, da"s lekker - je doet in ieder geval geen blikken trommel dicht. Later blijkt dat de schuifdeuren achter al net zo klinken. Het is een isolatietruukje dat alle autobouwers kennen, maar het geeft een vertrouwenwekkend gevoel.
We hebben de beschikking over de 1.9D, een motor die we meteen al betitelen als ondermaats. Want inderdaad, een snelle jongen is het niet. Uit de 63 pk perst de Doblò 1.9D een 0 tot 100 van bijna 21 seconden. Dat zijn natuurlijk getallen die echt niet meer kunnen. Om met het verkeer mee te komen moet je het gaspedaal dan ook serieus beroeren. Anno 2001 niet echt meer des diesels. Gelukkig is een 1.9 JTD met turbo en common rail-injectie onderweg. Ongetwijfeld gaat het dan stukken vlotter.
Er is ook een 1,2-liter benzinemotor van 65 pk waar we wegens gebrekkige beschikbaarheid tijdens de introductie helaas niet mee gereden hebben. Het vermoeden is dat ten opzichte van de ongeblazen diesel je niet vreselijk veel sneller zult gaan - de fabriek geeft een 0 tot 100 op van bijna 19 seconden. Dat zijn ook wat minimale prestaties, het is daarom nogal wiedes dat de 1.6 van 103 pk die later ook nog komt tot heel wat meer in staat is.
Hoge hoed
Maar ondanks dat de Fiat Doblò zo traag is als een slak, hij ligt wel ontzettend goed. De meeste auto"s die zo"n hoge hoed ophebben, hebben vooral moeite met snelgenomen bochten. Dan voel je toch dat het zwaartepunt wat hoger ligt. Maar nIetin de Doblò. Onverstoorbaar volgt hij je commando"s en zelfs plotselinge lastwissels hebben geen onverwachte consequenties. En dat terwijl de achterwielophanging van een wel heel klassiek principe is: strarre as met bladveren.
Lekkere auto om te rijden dus, die Doblò. Eigenlijk dus een beetje hetzelfde verhaal als met de Multipla - door AutoWeek-lezers vorige maand alweer tot lelijkste auto van Nederland verkozen: dubieus uiterlijk, maar voorbeeldige auto om te rijden. Die naam trouwens is een afgeleide van het woord doblone (in het Nederlands dubloen), wat een oude munt is. Fiat noemt haar bedrijfswagens altijd naar munten, denk maar aan Ducato, Fiorino en Scudo. Zeiden we daar bedrijfswagens?
Ja, want de Doblò is net als zijn directe concurrenten Renault Kangoo, Peugeot Partner en Citroën Berlingo een afgeleide van een bestelwagen. Vandaar dat er natuurlijk behalve de versie met ramen en banken ook een gesloten versie is.
Weinig te wensen
Maar om voor de hand liggende redenen concentreren we ons op de personenversie. Er zijn twee versies, een SX en een ELX (alleen voor de 1.9D). Alle Doblò"s hebben in ieder geval een schuifdeur aan de rechterkant, twee airbags, centrale vergrendeling, elektrisch bedienbare ruiten en een ongelijke delen neerklapbare achterbank. Zo"n ELX heeft nog wat dingen extra, zoals een extra schuifdeur, een achterklep (in plaats van twee ongelijke deuren), een toerenteller, een in hoogte verstelbare bestuurdersstoel en dito stuur. Bovendien staan op de optielijst nog zij-airbags, windowbags, ABS en een heel geavanceerd navigatiesysteem.
Blijft weinig te wensen over - zou je zeggen. Maar wat wij nu juist zo handig vinden aan bijvoorbeeld de Berlingo Multispace zijn al die opbergnetten en vakken door de hele auto heen. Bij de Doblò blijft het beperkt tot een weliswaar grote bak boven de voorruit. En dat is eigenlijk het enige. We hadden aan het plafond of onder de stoelen graag wat meer vakken en bakken gezien.
Onder stoelen of banken
Laten we het niet onder stoelen of banken steken: de Doblò moet het niet hebben van z"n uiterlijk. Maar tegenover z"n verschijning - vanaf februari - staan z"n prachtige weggedrag, wat betere veiligheidsvoorzieningen en nét iets meer ruimte dan de directe concurrentie. Kortom de Doblò kan goed.