Citroën C5

Tijgersprong

Citroën C5
Citroën C5Citroën C5Citroën C5Citroën C5Citroën C5Citroën C5Citroën C5Citroën C5
AutoWeek 10
AutoWeek 10

Je leest het in AutoWeek 10

Franse middenklassers verkopen goed, maar kwalitatief laten ze steken vallen. Renault maakte korte metten met die stelling door een erg goede nieuwe Laguna neer te zetten, en nu is het de beurt aan Citroën om het verleden een trap te geven. Of dat is gelukt, zoeken we uit met een dagje sturen in Portugal en we kunnen u verzekeren: Citroën heeft een tijgersprong gemaakt.

Er is de laatste tijd een ware schoonmaak gaande in de middenklasse, en elke fabrikant lijkt zichzelf en de concurrentie te willen overtreffen. Over de nieuwe Ford Mondeo waren we meteen erg enthousiast, maar ook de Renault Laguna, waarvan het vorige model op kwalitatief niveau bepaald niet uitblonk, heeft een enorme inhaalslag gemaakt. Reikhalzend wordt uitgekeken naar Vectra-opvolger Insignia en tot die tijd gaan wij ons laven aan de nieuwe Citroën C5. En laten we er geen doekjes om winden: ook die auto heeft een boel goed te maken. Het vorige model moest het vooral hebben van een gunstige prijs-ruimteverhouding. Het aparte, extravagante waar Citroën ooit bekend om stond, zocht je bij de C5 tevergeefs en ook de facelift van vier jaar geleden kon daar weinig aan veranderen.

De C6 sluit meer aan bij min of meer exotische modellen als de GS en de CX, en het moet gezegd dat de C5 een stuk meer uitgesproken oogt dan de vorige en stiekem hebben de ontwerpers er toch wat klassieke Citro-geintjes in verwerkt. Vooral die achterruit is heel typerend. 'Concaaf' noemt Citroën dat, en we kennen het nog van de CX. We kunnen u verzekeren: in het echt maakt de C5 veel meer indruk dan op foto. Waar het vorige model een hatchback was, is de opvolger een echte sedan, met zelfs een coupé-achtige daklijn. Het maakt de instap achterin wat lastiger, maar als je eenmaal zit, is de hoofdruimte prima. Heel veel ruimte biedt de C5 voorin, met name de interieurbreedte is riant. Maar dat ontgaat je bijna omdat de sfeer aan boord alle aandacht voor zich opeist. Dit kan toch geen C5 zijn? Het dashboard is opgebouwd uit hoogwaardige, zachte materialen die uitstekend in elkaar zitten; stevig en mooi aansluitend. Het zou niet misstaan in een dure Duitser, maar tegelijkertijd is het een stuk frivoler vormgegeven dan bij de oosterburen. Mooie aluminiumkleurige accenten met een aparte nerfstructuur zijn gebruikt om de boel op te sieren en komen we zelfs op het stuurwiel tegen. Dat stuur heeft overigens net als in de C4 een vaste kern. Een apart stuurwiel is natuurlijk een goede Citroën-traditie, maar het heeft hier ook nog eens als voordeel dat de airbag groter en idealer kon worden vormgegeven. De C5 heeft dan ook inmiddels vijf Euro NCAP-sterren in de wacht gesleept.

Mercedes-Benz

Ook het klokkencluster is erg mooi, met meters die op de bestuurder zijn gericht. De naald van de snelheidsmeter komt van de buitenkant van de wijzerplaat, net als bij Mercedes-Benz, zodat het midden kan worden gebruikt als display. Als minpuntje ervaren we de knoppenorgie op de middenconsole, afkomstig van Peugeot. Mede door de typische, amberkleurige cijfers doet dit af aan het eigen Citroën-sfeertje en het is bovendien erg onoverzichtelijk. De stoelen voelen goed aan, maar de zijdelingse steun is te gering omdat de wangen van de zetels te ver uit elkaar staan. Corpulentere bestuurders zullen daarom waarschijnlijk juist erg blij zijn met dit meubilair.

Het siert Citroën dat het zich niet heeft laten meeslepen met de startknoppenrage. Geen kastje dat in de auto rondslingert en alleen maar vergeten kan worden, maar gewoon een contactsleutel waarvan de baard uitklapt. In de ogen van sommigen misschien een beetje bedaagd, maar praktisch en functioneel. Over de motoren zullen we kort zijn; die zijn allemaal bekend van Peugeot en de details kunt u nalezen in bijgaande tabel. Er zijn drie benzine- en vier dieselmotoren, wij reden de C5 2.2 HDiF met handbediende zesbak en kunnen u verzekeren dat de 2,2-liter dieselmotor erg prettig is in deze auto. Bijzonder is dat de hydropneumatische vering, inmiddels doorontwikkeld tot het zogenaamde Hydroactive III, voortaan niet (altijd) standaard is. De gedachte daarachter is eenvoudig: niet iedereen zit op dat dure systeem te wachten, maar moest er voorheen wel voor betalen. Hoe duur het is, valt moeilijk te zeggen, het staat namelijk niet als optie op de prijslijst, maar is verdisconteerd in diverse uitvoeringsniveaus en motoriseringen. De tweelitermotoren (zowel diesel als benzine) zijn afhankelijk van het uitrustingsniveau met hydropneumatiek of stalen veren uitgerust. Daarboven is vloeistof standaard, bij kleinere motoren zul je het met stalen wokkels moeten stellen.

Zweverig

De auto die wij reden, had hydropneumatiek en het typische Citroën-gevoel was dan ook onmiskenbaar. Wel is de C5 minder vaag en zweverig is dan de C6, wat je nog eens kunt verbeteren met de Sport-knop, die behalve de vering ook de besturing wat harder en directer maakt. Of de vloeistofvering een goede keus is, zal altijd een kwestie van smaak blijven. De Citroën-fundamentalist zal geen seconde twijfelen, maar we vermoeden dat de gemiddelde leaserijder meer oog zal hebben voor zijn bijtelling.

Erg veel aandacht heeft Citroën ook besteed aan de geluidsisolatie. We nemen het er op een stukje kakelverse snelweg boven Lissabon even goed van, en zelfs bij snelheden tegen de 200 km/h blijft het verbazingwekkend stil aan boord. Niet alleen het motorgeluid is goed buitengesloten, ook het windgeruis is tot en minimum beperkt door slim windtunnelwerk en isolatierubbers tussen de portierkieren. Isolatiemateriaal in de wielkasten houdt bandengeruis buiten. Rijden konden we alleen met de sedan, maar we mochten wel even plaats nemen in de stationwagon, die als Tourer door het leven zal gaan. Groot voordeel daarvan is (behalve natuurlijk de grote kofferruimte) dat de instap naar achteren een stuk gemakkelijker gaat. Prijzen van de Tourer zijn nog niet bekend, die worden op Genève onthuld en dan ligt deze AutoWeek al in de winkel, maar de importeur belooft een meerprijs die 'marktconform' is. De sedan komt in april naar ons land, de Tourer volgt in juni. Voor de Nederlandse markt heeft de importeur naast de instapper de Dynamique, Comfort, Exclusive en een speciale Ligne Business op het programma gezet. De zescilinders zijn standaard voorzien van een automatische zesbak, de 1,8- en 2,0-literbenzine en de lichtste diesel moeten het stellen met een handgeschakelde vijfbak. De rest heeft standaard een handgeschakelde zesbak, waarbij de tweelitermotoren naar keuze een automaat kunnen krijgen. Opvallend daarbij is dat de diesel dan zes verzetten krijgt, terwijl de benzine een viertrapsautomaat heeft.

Karakter

De C5 is een auto die het kwaliteitsniveau van de geduchte Duitse concurrentie heel dicht benadert, in elk geval na een eerste korte indruk, en dat weet te combineren met een vleugje extravagantie. De scherpte in de besturing van die Duitsers mist hij nog, maar daar staat een flinke dosis comfort tegenover. En mag een merk alstublieft een beetje eigen karakter houden?

Video

Praat verder op het forum