Vrimibolide: Citroën CX GTi Turbo
Liefhebbers en bezitters van de gladgestreken Citroën CX mogen hun auto dit jaar wel verwennen met een goede poetsbeurt en een litertje verse olie: de CX bestaat namelijk 40 jaar! In 1974 liet de opvolger van de DS z'n gezicht zien en het duurde tot liefst 1989 voor hij werd opgevolgd door de minstens zo extravagante XM. We kijken in vogelvlucht naar de CX met extra aandacht voor de GTi Turbo!
Citroën heeft enige haast bij het op de markt brengen van de CX. Aanvankelijk zou de DS-opvolger met een wankelmotor verschijnen, maar in het jaar van z'n introductie werd van dat plan afgestapt. Het - ondanks z'n lange neus - wat krappe motorruim werd derhalve opgevuld met dezelfde viercilinder als in de DS zat. De 103 pk sterke 2,0-liter was afdoende, maar voor wat meer tempo zorgde de 130 pk sterke GTi die in 1977 werd gepresenteerd.
Geblazen motoren bleven uit, maar in 1983 kwam de CX Turbo-D 2.5 in de showrooms te staan. Met z'n topsnelheid van 195 km/h hadden de Fransen daarmee de snelste dieselsedan ter wereld in handen. Citroën had de pk-smaak te pakken en een jaar later kwam de eerste GTi Turbo om de hoek kijken.
Daarin werd 168 pk en 294 Nm uit een geblazen 2,5-liter viercilinder geperst, die de ruim 1.300 kilo wegende Fransman in 7,8 seconden aan een snelheid van 100 km/h hielp. Doordenderen deed de GTi Turbo tot een snelheid van 223 km/h was bereikt. Zelfs de extra lange CX Prestige was met de Turbo-krachtbron te krijgen.
In 1985 werd de CX herzien, en de Series 2 GTi Turbo ging met z'n gewijzigde in- en exterieur voortaan door het leven als Turbo 2. Z'n karakteristieke bumperwerk maakte plaats voor - geheel conform de jaren 80-mode - kunststof exemplaren en ook vanbinnen vonden er wijzigingen plaats, vooral in het instrumentarium en aan de middenconsole. Een tussenmodel - alleen leverbaar als GTi Turbo - was destijds een bijzondere mix van de eerste en tweede serie CX, herkenbaar aan in carrosseriekleur gespoten stalen bumpers.