Occasions van verdwenen merken: kun je daar je voordeel mee doen?
‘U bent toe aan een Daewoo’
- Elco van der Meer
- Achtergrond
De laatste decennia zijn we gewend geraakt aan een groot aantal automerken die voor ons vertrouwd voelen. Toch is de aanwezigheid van een merk niet vanzelfsprekend: ze komen en ze gaan. Zo hebben we de afgelopen jaren kennisgemaakt met een groot aantal nieuwe toetreders, met name uit de Chinese hoek, maar ook schonk het toenmalige PSA ons DS Automobiles. Ook zijn er de afgelopen twintig jaar een aantal merken verdwenen, waarvan alleen de modellen voortleven. Welke zijn dat en kun je er op de occasionmarkt je voordeel mee doen?
Het verdwijnen van merken betekent doorgaans ook dat de ondersteuning ophoudt. Hoewel fabrikanten wettelijk verplicht zijn om reservedelen te blijven leveren, kan een faillissement dit in de weg staan. Liefhebbers van klassiekers en youngtimers weten echter dat een merk niet hoeft te worden opgeheven om onderdelen zeldzaam te maken. Vraag dat maar aan iemand die een koplamp van een Peugeot 605 nodig heeft. Goed, we dwalen af, op naar de verdwenen merken.
Daewoo/Chevrolet
‘U bent toe aan een Daewoo’, vertelden reclameslogans je in de jaren 90. De eerste verkoopcijfers van de Nexia getuigden dat er best een kern van waarheid in school. Tussen 1995 en 1999 wist het van oorsprong Zuid-Koreaanse merk in ons land ruim 13.000 van deze opgewarmde Opels Kadett E te slijten. Iets later deed het dat kunstje nog eens dunnetjes over door in totaal bijna 33.000 Daewoo's Matiz aan het straatbeeld toe te voegen. Niet gek. Het ijzersterke Italiaanse ontwerp heeft ongetwijfeld bijgedragen aan zijn succes.
In Amerika, als vanouds het land van de goede ideeën, vonden ze echter dat het anders moest. General Motors, sinds 1999 eigenaar van Daewoo, wilde de positie van het eigen Chevrolet in Europa versterken. Het vrolijke Zuid-Koreaanse merk werd in deze campagne geslachtofferd en bestaande modellen kregen vanaf 2005 de bekende bowtie aangemeten. ‘U bent toe aan een Daewoo’ werd vervangen door ‘It’s a big plus’ en eigenaren van een aantal Daewoo-modellen mochten hun auto zelfs bij de dealer laten rebadgen. Voor zover wij weten is zo’n operatie in de automobiele historie niet eerder vertoond.
Lang duurde het Europese succes niet. General Motors ontdekte dat er een wel erg grote overlap bestond met Opel, een probleem dat het nota bene zelf creëerde door de eerste generatie Opel Mokka ook als Chevrolet Trax op de markt te brengen. Een weinig succesvolle operatie, want na 151 exemplaren trok Chevrolet in 2014 de stekker eruit. Niet alleen uit deze geflopte SUV, maar uit het hele merk. Of je er je voordeel mee kunt doen? Dat valt tegen. De laatste stuiptrekking van Chevrolet met benzinemotor is aanzienlijk duurder dan een vergelijkbare Mokka.
Daihatsu
Een ander Aziatisch merk waarvan we afscheid moesten nemen, is Daihatsu. De fabrikant, die naam en faam maakte met compacte modellen, zag zich hiertoe genoodzaakt door hoge ontwikkelingskosten, toenemende concurrentie en een dure Japanse yen. Jammer voor de prijsbewuste Nederlandse consument, want de meeste Daihatsu’s waren vederlicht, superzuinig en kwalitatief in orde.
Net als Chevrolet kende dit merk een laatste stuiptrekking. De nieuwste Charade was immers… een opgewarmde Toyota Yaris. Hij was enkel leverbaar in 2011 en 2012, toen Toyota zelf al een nieuwe Yaris verkocht. Niet verrassend dat de Charade een zeldzaamheid bleef; slechts 137 exemplaren vonden hun weg naar de Nederlandse klant. Ook hier vis je als koopjesjager achter het net, want de voordeligste ‘nieuwe’ Charade kost je nog steeds ruim 7.000 euro! Wel met een aangenaam lage kilometerstand van nog geen 70.000, dat moet gezegd. Saillant detail: het gaat hier om een relatief recent geïmporteerd exemplaar, dus niet een van de zeldzame originele Nederlanders.
Fisker
Ooit was het bijzonder dat er nieuwe automerken op de markt kwamen. In 2011 was Fisker zo’n merk dat opzien baarde, en wel met de buitenissige plug-in hybride Karma. Lang duurde het feestje van designer Henrik Fisker niet, want nog geen twee jaar later werd zijn bedrijf failliet verklaard. Desondanks vinden we het totaal aantal van 179 in ons land verkochte exemplaren niet gek, zeker omdat de auto in het hogere prijssegment opereerde.
Tegelijkertijd is het geen wonder dat de auto geen groot succes werd. Zowel het model als zijn techniek waren destijds met niets te vergelijken, terwijl klanten in dit segment doorgaans behoorlijk conservatief zijn. Hoewel we inmiddels omkomen in de krachtige PHEV’s blijft de Karma een witte raaf. Momenteel staan er op AutoWeek.nl twee te koop: eentje met ruime ervaring en een bijna nieuwe ‘Dutch Edition’. Dat laatste slaat niet op het mooie oranje leer, maar wel op de speciaal voor onze markt iets verlaagde CO2-uitstoot. Het leverde nieuwe eigenaren destijds een aardig bijtellingsvoordeel op.
Landwind
Inmiddels zijn nieuwe Chinese automerken aan de orde van de dag. In 2005 was dat anders, toen we de Landwind X6 mochten verwelkomen. Een auto die we eerder hebben gezien als Opel Frontera, al deed fabrikant Jiangling de nodige aanpassingen om hem aan de moderne eisen te laten voldoen. Tenminste… zolang je nergens tegenaan reed. Hoe onverzettelijk de auto namelijk ook oogt, dat is hij bepaald niet. 'Veiligheid Landwind dramatisch' kopten we in september 2005. Met deze boodschap werd het einde van het merk officieus ingeleid. Na 2007 kon je in ons land geen Landwind meer krijgen.
Toch wisten de Chinezen niet van wijken, want in 2009 kregen we een relatief modern ogende MPV opgediend. Deze Landwind CV9 reed helemaal niet zo gek en bood behoorlijk wat ruimte tegen een schappelijke prijs van net geen 15.000 euro, met desgewenst vier of zes zitplaatsen. Het botsproefresultaat was met twee sterren al veel beter. Deze Landwind CV9 is meteen het eerste voorbeeld van een verdwenen merk waar je je voordeel mee kunt doen.
Momenteel staat er op onze website geen Landwind te koop, maar eerder deze week nog wel. Voor 1.600 euro heeft de nieuwe eigenaar een ruime MPV met nog geen ton op de klok, en op de koop toe een lpg-installatie. Geen wonder dat die auto snel een nieuwe eigenaar heeft gevonden!
Rover en MG
Het is moeilijker om afscheid te nemen van iets wat dichtbij staat dan van iets ver van huis. Dat bleek wel toen de Britse merken Rover en MG in 2005 hun laatste adem uitbliezen. Niet dat we het niet zagen aankomen – het merk was al jarenlang noodlijdend – maar toen het moment daar was, bleek het internet te klein. Het faillissement raakte liefhebbers in hun ziel. Het is dan ook niet niets, afscheid nemen van een merk dat 122 jaar heeft bestaan. Tegelijkertijd betekent het dat de nieuwste Rovers inmiddels bijna twintig jaar oud zijn en de occasionprijzen laten nog geen bijzondere stijgingen zien. Misschien is dit wel hét moment om jezelf te trakteren op een Rover 75 met Ford Mustang-V8.
Ook het merk MG werd meegetrokken in de val van Rover. Niet lang na het faillissement nam de Chinese fabrikant SAIC de rechten over. De naam Rover werd voor de thuismarkt tot Roewe verbasterd. MG bleef MG en kwam even later terug op de Europese mark met een compleet nieuw, on-Brits modellenoffensief. Dit jaar viert de nieuwe Chinese eigenaar zelfs het honderdjarig bestaan, alsof er nooit iets is gebeurd.
Saab
Een ander faillissement dat liefhebbers in hun harten raakte, is dat van Saab. Net als MG/Rover verkeerde het van origine Zweedse bedrijf in woelige baren en verloor het marktaandeel aan inmiddels vooruitstrevender concurrenten. Ook hielp eigenaar General Motors het zinkende schip door een potentiële Chinese overname tegen te houden. Een andere partij kreeg wel groen licht: het was Spyker Cars, van de Nederlandse ondernemer Victor Muller. Helaas voor Saab-liefhebbers bleek dit slechts uitstel van executie: in december 2011 werd de productie beëindigd.
Daarmee was het voor het merk nog niet helemaal gedaan. Nieuwe investeerders, uit China en Japan, verenigden zich als NEVS (National Electric Vehicle Sweden) en startten de productie van de 9-3 weer op. Mondjesmaat rolden er NEVS-Saabs van de band, het allerlaatste exemplaar in 2014. De beloofde elektrische 9-3 kwam er nooit, al werd er in het geheim gewerkt aan ‘Emily’. Maar niet getreurd, dankzij de grote schare liefhebbers zijn er genoeg specialisten die het erfgoed rijdend houden. Dat komt wel met een prijs, want hoewel je voor minder dan 1.000 euro een gebruikte Saab 9-3 kunt kopen, loopt dat op tot ruim boven de 30 mille voor een fraaie, relatief jonge Cabrio.
Het lijkt er daarmee op dat Saab het minst last heeft van zijn eigen verscheiden en misschien profiteert de occasionmarkt er zelfs wel van. Bij andere verdwenen merken is dat effect minder sterk. Misschien is dit artikel een kleine geruststelling voor wie bang is om in een nieuwe Chinees te stappen. Zelfs al zou het merk op termijn weer naar zijn thuisland terugkeren, dan is een auto zeker op de langere termijn niet meteen waardeloos.