Fast & Furious: Hobbs and Shaw
Van straatracen naar supercars
In de afgelopen achttien jaar heeft de filmreeks Fast & Furious een geheel nieuwe identiteit gekregen. Ooit ging deze spannende actiefilm over straatraces met heftig gepimpte Civicjes, maar negen films later spelen smetteloze supercars van enkele tonnen de hoofdrol. Wij reizen af naar Londen om erachter te komen waarom hiervoor is gekozen.
Met een hele delegatie maken we ons in de paddock van het befaamde Britse Silverstone Circuit klaar om de baan op te gaan. Terwijl een gure Engelse wind de intrede van de winter kenbaar maakt, trekken we beschermende kleding aan en wordt de helm met daarin communicatiemiddelen geïnstalleerd. “Test, test, test”, galmt het door de speakers vlakbij de oren.
Op de achtergrond worden twintig McLarens 600LT en 720S in alle kleuren van de regenboog naast elkaar opgesteld. Van Volcano Orange tot Curaçao Blue, de gehele folder van McLaren lijkt hier te zijn uitgestald. De ene krachtmachine lijkt zijn enthousiasme voor de komende paar uur nog meer kenbaar te willen maken dan de ander door met een zalig kabaal tot leven te komen. Maar waarom zijn we hier? Geen van beide modellen zijn recentelijk vernieuwd of aangepast. Nee, we zijn hier omdat de McLaren 720S een hoofdrol speelt in de negende film uit de Fast & Furious-reeks. In ‘Hobbs & Shaw’ rijdt good guy Jason Statham (in zijn rol van Deckard Shaw) met een donkerblauwe 720S in een poging de wereld van een dodelijk virus te redden. In de film wordt de sportwagen springend en spinnend door de straten van Londen gestuurd.
Hoewel er stunt rijders aanwezig zijn, komen de McLarens vandaag niet verder dan het circuit. Na enkele rondes zelf rijden met de 720S, waarbij we onder begeleiding het maximale uit het racekanon trachten te knijpen, kruipen we even later op de bijrijdersstoel. De 19-jarige stunt rijder John neemt het stuur over en drukt meteen allerlei knoppen in om elk denkbaar controlerend hulpsysteem uit te zetten. “Ik zal laten zien hoe wij ons hebben voorbereid op de film”, zegt hij met een best gemene blik op zijn gezicht. Ronde na ronde laat de jonge coureur zien waar hij goed in is; snelheden van 270 km/h op het rechte stuk zijn geen uitzondering. Met de ervaring van soms bijzonder ongewone G-krachten op de borst, stappen we iets later in de paddock weer uit. John vraagt of er nog energie in zit voor dé hotlap? Ondanks een knorrende maag knikken we maar stoer instemmend.
Even later wordt er een achtervolgingsscène nagebootst, waarbij twee McLarens op topsnelheiden proberen om elkaar in te halen of van de weg af te drukken. Dat er met de auto’s van zo’n drie ton per stuk schade kan worden gereden, lijkt bijzaak.
ONMISBAAR
Terwijl wij na tien wilde ronden over het circuit nog staan uit te puffen, en we de maag weer enigszins onder controle proberen te krijgen, komt Tom Derbyshire lachend aan gelopen. “Was het een leuke ervaring?”, vraagt hij vriendelijk en met een stevig Brits accent.
Nadat we eerst nog peinzend, maar daarna toch volmondig instemmend antwoorden,stelt Derbyshire zich voor als McLarens ontwikkelaar van de aandrijf lijnen. Zijn aandeel in de totstandkoming van de film blijkt onmisbaar te zijn geweest. Samen met zijn team draagt hij namelijk verantwoording voor de aanpassingen aan de filmauto’s. Zijn die zo anders dan? “Eigenlijk totaal niet, maar we hebben wel enkele aanpassingen doorgevoerd om de auto minder veilig te maken”, zegt Derbyshire, terwijl hij met zijn vingers aanhalingstekens in de lucht maakt. “Voor de stunts moesten de 720S’en die we gebruikten soms een ruimere limiet hebben. Het gaat dan in veel gevallen om softwarematige aanpassingen.
Zo is de bescherming bij de transmissie eraf gehaald, waardoor we nu in één beweging van de eerste versnelling naar de achteruit kunnen schakelen. Ook verdween ESP en wilden de filmmakers meer vermogen hebben om sneller achteruit te kunnen rijden.” De aanpassingen waren bij maar twee auto’s nodig, want zoveel McLarens zijn er in totaal maar voor de stunts gebruikt. “Bij een film van dit formaat zijn er normaal gesproken tientallen auto’s nodig, maar in het geval van de McLarens van Hobbs and Shaw zou dat het filmbudget hebben overschreden. Daarom zijn er twee stuntauto’s gebruikt voor de actiescènes en twee puntgave exemplaren, met elk slechts 100 mijl op de teller, voor de beelden waarbij alleen de buitenkant van de auto in beeld zou komen.” Alle vier de auto’s hebben de draaidagen overleefd. De auto’s die in showroomstaat verkeerden, zijn zelfs gewoon verkocht.
De twee stuntauto’s zijn door de filmmaatschappij overgenomen. “Ik ben erg gelukkig met het resultaat", verklaart Derbyshire. "Het maakt mij trots! Voor mij is de beste scène die in het centrum van Londen, waarbij de McLaren 180 graden om een dubbeldekkerbus draait, terwijl de slechterik met een motorfiets dóór die bus rijdt. Daarbij werd het uiterste van de auto gevraagd, maar dat maakt niet uit. Het resultaat is geweldig!”
DERTIG RANGE ROVERS
Alex King is het met Tom Derbyshire eens: die scène was een pittige. King is verantwoordelijk voor alle stunts in de film en komt er zelf ook in voor. Met een team van niet minder dan vijftig mensen is hij vier maanden bezig geweest met de productie. Naast de vier McLarens gebruikte hij ook nog eens dertig Range Rovers, vijftien motoren en zes MAN-trucks. “Bij elke nieuwe film uit een bepaalde reeks moet alles groter, beter en heftiger zijn. De vorige film moet natuurlijk overtroffen worden. Zo ook nu! Naast de scène met de McLaren in Londen was de eindscène er één van een gigantisch formaat.”
Benieuwd hoe King het als acteur doet? In de openingsscène is hij het allereerste gezicht dat we zien. Chris O’Hara werkte samen met Alex King als stuntcoördinator. Tijdens een training, waarbij wij zelf door acteurs 'net alsof' in elkaar worden geslagen, vertelt hij dat de gedeelten met de McLarens het lastigst waren. “Die auto’s zijn van zichzelf zo slim, dat eerst alle beschermengelen moesten worden omzeild. Samen met de mensen van McLaren heeft mijn team een week op een afgesloten vliegveld doorgebracht om alle instellingen zo te krijgen, dat de auto deed wat wij wilden. Dat is uiteindelijk gelukt, met een mooi resultaat." Het valt niet mee om zijn verhaal te volgen terwijl je je best moet doen om zijn stuntklappen en -schoppen te ontwijken!
WOKING
Na alle activiteiten rijden we moe maar voldaan richting het walhalla van McLaren: het hoofdkantoor in Woking. We komen daar samen voor een diner in het centrum van het futuristische gebouw, tussen prijswinnende Formule 1-auto’s. Dat gebeurt in het bijzijn van niemand minder dan de regisseur van de film: David Leitch. Tijd om herinneringen op te halen, want we kunnen het ons waarschijnlijk allemaal nog wel herinneren toen in 2001 The Fast and the Furious werd gelanceerd.
Hoofdrolspelers Vin Diesel en Paul Walker gingen met de andere acteurs flink aan de haal met opgevoerde en woest uitgedoste Supra’s, Jetta’s en andere gepimpte versies van min of meer alledaagse auto’s. Straatracen met grote, rode knoppen voor een extra shot nitro bepaalde de hoofdlijn. In de negende film kiest Leitch voor minder auto’s, meer vechtscènes en een supercar van drie ton. Waarom? “We wilden een veel breder publiek aantrekken. Met de straatraces beperkten we ons tot een bepaalde liefhebbersgroep. Nu het meer een actiefilm is geworden, vermaken we er veel meer kijkers mee.” Op de vraag waarom de keuze op McLaren viel, komt een heel duidelijk antwoord. “Jason wilde dat per se! Toen ik vroeg welke auto hij op het oog had, beantwoordde hij de vraag nog voordat ik was uitgepraat. Er was geen discussie mogelijk.” Wel laat Leitch weten dat hij zich al eerder op de McLaren P1 had gericht, maar die optie was te kostbaar. “De 720S is minstens zo indrukwekkend en heeft nog steeds een enorm wauw-effect. Met de P1 was dit effect alleen misschien nog nét iets groter geweest.”
Verrassend genoeg heeft Leitch geen meter in de McLarens gereden en is hij ook best jaloers op onze verhalen van die dag. Benieuwd hoe de auto's het in de film doen? Fast & Furious Hobbs & Shaw heeft de bioscoopzalen ondertussen verlaten, maar is nu wel overal beschikbaar op 4K Ultra HD, Blu-ray en dvd.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.