BMW 3-serie Coupé - Rijtest - Uit de Oude Doos
'Stijlvol en 'n tikje sportief'
In 1991 trok BMW het doek van de E36-generatie van de 3-serie. Dat was nogal een stap vooruit ten opzichte van de E30. Het wachten was nog even op de coupéversie, maar exact dertig jaar geleden konden we daar eindelijk voor het eerst mee op pad gaan.
BMW eist momenteel aardig de aandacht op op onze website, met tal van updates voor verschillende modellen, waaronder de 4-serie. Die laatste is natuurlijk een directe nazaat van de auto die we exact dertig jaar geleden voor het eerst reden, de 3-serie Coupé. In tegenstelling tot de laatste 3-serie Coupé en later de 4-serie, ging BMW destijds nog voor een relatief bescheiden aanpak als het aankwam op het uiterlijk van de tweedeurs.
De 3-serie Coupé E36 leek qua lijnenspel als twee druppels water op de sedan en toch wist BMW er een gebalanceerd ontworpen en duidelijk eleganter model van te maken. Vanwege zijn subtieler aflopende en bovendien lagere daklijn, zag de 3-serie Coupé er niet uit als een traditionele 'tweedeurs sedan' zoals dat bij zijn voorganger nog wel het geval was. De term 'Coupé', die bij deze generatie 3-serie voor het eerst toegepast werd, was dan ook op zijn plaats.
BMW deed overigens meer om de Coupé van de sedan te onderscheiden, want ook werd het onderstel van de Coupé wat aangescherpt. Dat moest 'm nog wat sportiever doen aanvoelen. Toch kwam dat bij onze eerste kilometers met de auto niet per se heel erg tot uiting. "...tijdens een uurtje rijden over Nederlandse binnenwegen kwam dat niet opvallend naar voren. BMW's liggen van huis uit al erg goed op de weg en zulke subtiele verschillen constateer je waarschijnlijk alleen maar in een directe vergelijking."
Wat wel (voor de tweede maal) opviel, was dat BMW met de E36 echt een flinke stap had gezet als het aankwam op comfort. Dan hebben we het vooral over de rust aan boord. "Zowel het windgeruis op hogere snelheden als het gedender van de wielen op een slecht wegdek wordt in deze auto opvallend goed onderdrukt. Een voorbeeld daarvan is de bijzondere afdichting van de portierramen: als de deur wordt geopend, zakt de ruit elektrisch een centimetertje uit zijn sponning en na het sluiten schuift de ruit weer omhoog en drukt zich stevig in een uitsparing van de rubber deuromlijsting." Iets dat in de jaren 90 heel gebruikelijk zou worden bij coupés, maar waar we ons in 1992 nog echt over konden verwonderen.
Voor de rest was het inmiddels een feest van herkenning in de 3-serie Coupé, daar we al met de 3-serie sedan op pad waren geweest. Het moderne dashboard sprak ons zeer aan en maakte bovendien een ergonomische indruk. Het sterkste punt naast de wegligging was verder wat er in het vooronder gebeurde. In de testauto, een 320i Coupé, lag de heerlijk soepele 2,0-liter zes-in-lijn die twee jaar eerder debuteerde in de 5-serie en die ook al leverbaar was in de reguliere 3-serie. Die maakte de auto vlot, maar niet overdonderend sportief. 'Ingetogen potentie', zo vonden we het rijden het best te omschrijven. Later zouden natuurlijk de 328i en zeker de M3 laten zien dat het ook echt wel een geweldenaar kon zijn.
Overigens konden we er nog niet over uit of je met de 320i echt heel veel meer in huis haalde dan met de 318i. Hoewel de zescilinder natuurlijk lekkerder klonk en verfijnder liep, kon de 1.8 vierpitter goed meekomen, vonden we: "Opmerkelijk is het geringe verschil tussen de 1.800- en tweelitermotor; dat heeft te maken met een aantal recente verbeteringen die van de 1.8i een 1.8is hebben gemaakt." BMW had die motor namelijk onder meer een spruitstuk met een variabel volume gegeven en dat zorgde voor een mooier gedoseerde vermogens- en koppelopbouw. Bovendien was de 1.8is krachtiger dan de 1.8i (140 pk tegenover 113 pk). De motor zou pas later leverbaar worden in de reguliere 3-serie en zodoende liep de 3-serie Coupé zelfs wat op de troepen vooruit.
Wie tegenwoordig nog een 3-serie Coupé van de E36-generatie in bezit heeft doet er, vooral als het nog een origineel exemplaar betreft, verstandig aan hier zuinig op te zijn. Inmiddels zijn ze behoorlijk zeldzaam aan het worden, niet in de laatste plaats omdat er veel in handen van racers, drifters of knutselaars terechtgekomen zijn. Het exemplaar op de hoofdfoto zal je helaas alleen niet meer tegenkomen, die is in 2013 jammer genoeg naar de eeuwige roestvelden verdwenen.
Signalement
Merk | Bmw |
---|---|
Model | 320i Coupé |
Carrosserie | 2-deurs, coupé |
Transmissie | 5 versnellingen, handgeschakeld |
Aandrijving | achterwielaandrijving |
Nieuwprijs | € 34.918 |
Specificaties
Brandstof | benzine |
Motor | 6-cil. in lijn |
Cilinderinhoud | 1.991 cc |
Maximaal vermogen | 110 kW / 150 pk bij 5.900 tpm |
Maximaal koppel | 190 Nm bij 4.200 tpm |
Inhoud brandstoftank | 65 l |
Lengte / breedte / hoogte | 4.433 mm / 1.710 mm / 1.366 mm |
Wielbasis | 2.700 mm |
Massa leeg | 1.300 kg |
Laadvermogen | 460 kg |
Aanhangermassa geremd / ongeremd | 1.600 kg / 670 kg |
Banden | 205/60VR15Prijzen |
Topsnelheid | 214 km/h |
Acceleratie 0-100 km/h | 9,9 s |
Brandstofverbruik | 9,0 l/100km |